m m
wKÊÊÊÊÊÊË
44'8 D ö b é e e e r o e d e r i s e K rüxdehf»
A fd eel a®°°Pen^e I^ acM e e I en , g eh o e k t i s , z o w e l als
xvm. * de B lo em fte e len , langer dan de B lad en , mee
H oofd- e en v e e lb lo em ig e T r o s geaaird. P l u k f . n e t
STUir u * noemtze derhalve Ethiopifch Drieblad, welk
nip. Aairen geeft 'uit de Oxelen. De Bloemen zyn>
rood, met geele Meelknopjes en een paarlèhen
Styl : de Haauwen veelzaadig*
IV.
Inrttgofera
proc anciens.
V.
Er.neaphylla.
Negenbladig.
vr.
Pentaphylla.
Vyfbladig.
( 4 ) Indigo met drievoudige fiomp Eironde
Bladen , een Kruidige leggende Steng en
gejieelde Aairen.
CS) Indigo net zeven gevinde Wigvormige Vin-
blaadjes, leggende Stengen en zydelingfè
Aairen.
(6) Indigo met vyf ovaale Vinblaadjes, leg.
gende Stengen en tweebloemige Steeltjes.
Deeze drie Kaapfche Plantjes komen in veele
Opzigten met malkander overeen. Het middel-
fte fyeeft van v y f tot negen, doch meest zeven
Vinblaadjes. Het laatfle valt wat groo»
ter dan hetzelve , en heeft de Bloemen rood»
(7)
(4) Indigofera Fol. ferh. obovatfj , Caule Hetbaceo Sec.
Mant. 171.
(s) Indigofera Fol. pinaatis Cnneatis feprenis Sec. Mant,
*7*» 57** Hedyfaiufln profhatuni. Mant. 101.
0 0 Indigofera Fol. pina. ovalibus quinis Scc. Sjfl, Nat.
XIII.
WÊÊmmmmmmi
(7) Indigo met gevinde en drievoudige, Jtomp ,
Eyronde Bladen , zeer korte Trosfen en XVIII< *
ronde horizontaale Haauwen♦ Hoofdstuk*
Aan de Vafte Kust van Indie, op Malabar vir.
en Ceylon , valt deeze , die Anil van Madras g u t?/?*
genoemd i s , hebbende gryze Bladen, als der Glad-
Wikken, en ruige Stengen. Het is een jaarlyks
Kruidje, met de Steelen fomtyds drie- fomtyds
meerbladig, en de Bloemfteelen met drie Bloemen
gekroond. Men fchryft ’er Geneezende
kragten aan toe.
Behalve eenige Soorten van dit Geflagt vondtEgyptifch*
de Heer F o r s k a o h l ook eene Plant, welke
den Egyptenaaren tot Verwftof diende, en daar
hy den naam van Indigofera tinttoria aan geeft,
van de Soort deezes naams, die de Indigo uitlevert
(*) , verfchillende. Dezelve, naamelyk,
hadtde Bladen tweepaarig met eèn oneffen Blaadje
, de Bloemen geel en aan den Kiel gefpoord,
doch gewrichte Haauwen. Z y werdt, in de
Landtaal, Nile geheten. „ De Zaaden (daar
„ van , zegt h y , ) met Sefam-Olie en Armo-
„ niak-Zout gemengd, ’smorgens ingenomen,
„ dry-
(7) Indigofera Fo!, pinn» ternatisqne obovatis &c- Fl.
IZeyl. 174. Alm. Acad. I. p. 408. Colutea Siiiquofa glabra,
ternis quinisve Foliis Maderaspatana. Plok. Alm. 113. t .
166. f. 1. Nir - Pttllari. Hort. Mal. IX. T. 07. Raj. Suppl.
470. BURM. Fl. Ind. 171.
(*) Zie dezelve omftandig befchreeven, in dit 11, Deels
V. Stuk . bladz. J40.