ÏV» fcbil is tusfchen dezelven en die van *t volgen
Afdeel. Geflagt.
HoS d- Terwyl ik naauwlyks kan begrypen , om
s t u k . welke reden gezegde Heer daar van een nieuw
- . Egaalt' Geflagt gemaakt heeft: komt het my nog vreem-
Veeiviyot ^ VOor, dat L i n n ^ us hetzelve heeft overgenomen
, en met nieuwe Soorten vermeerderd.
Immers zo men de uitvoerige Kenmerken van
’L volgende, door hem opgegeven ( * ) , met die
van het tegenwoordige yergelykt, openbaart zig
noch in de Kelk, noch in de Blommetjes, Meeldraadjes
o f Zaaden, een yerfchil, dat niet tus-
fchen de Soorten van andere Geflagten veel
grooter wordt gevonden. De verandering maakt
het verfchil nog duifterer: want daar Jacquieï
een gefchubden Kelk geeft aan de Spilanthus^),
geeft L i N » je u s thans een byna gelyken Kelk C l)
aan dat Geflagt en een gefchubden aan de Bi-
dem 3 welks 'Kelk zyn Ed. bevoorens gezegd
hadt uit dikwils gelyke , langwerpige, Sleufs-
wys’ uitgeholde Blaadjes te beftaan (5L Den
Stoel zegt hy in de Spilanthus naakt te zyn
op de eene en Kafftg te zyn op de andere
plaats;
(* ) Genér.K Plant- Ed. V. & Jf-U
(+) Cal. communis fubhemifphsrieus, imbricatus Squaw
s ovatis compaftis , exterioribus dnabus aeuminatis, relimi
is öbtuGs- Anser . Hiß. p. ■
G ) Calyx fubsqualis. Syß. Nat. Veg. XIII. P- S87. Cal.
comm. ere&us , Foliolis plurifeus fubtequalibns , oblongis»
extei. duobus longiónbus. Vni. P« 6° 9'
( 0 ) Cal. comm. ereftus Foliolis facpe aequalibm oblongis»
Canaliculato • concavis. Gen. Plant- Ed. V & VI.
plaats ( * ) ; terwyl zyn Ed. van de Bidens ge- IV.
zegd hadt, de Stoel is vlak, met af vallende Kaf-
§es vóórzien ; ja zelfs wordt die naderhand van Hoofd*
hem ook Kaffig genoemd f f ) . De SpilantJmSSTl>K’
heeft den Stoel Kegelvormig: dit maakt eenig,
doch welk een verfchil ! Het Zaad , om de
twe? fpitfe Puntjes, die ’t zelye kroonen, van
ouds Vveeiandig genaamd, waar van dat Geflagt
den naam heeft; welke Puntjes bevoorens hmg-
Werpig , regt en fpits waren , moet thans gebaard
heeten, en dat van de Spilanthus twee-
ïandig, terwyl men het vervolgens gezegd vindt
twee Baardjes te hebben , het eene kleiner dan
het andere ( f )«
*t Is waar, L i n k I üs zegt thans, dat de
gezegde Puntjes der Zaaden in de Bidens ag-
Eerwaards Haakig zyn ( §) , doch heeft zulks
wel in alle Soorten plaats ? Ook zegt de Ridder,
dat de Blommetjes in de Spilanthus meest
vier*
(*) Naameiyk, Syfl. Na t. Veg. XIÏI. p. j*7, Recept a-
falunt r.udum • p. 6 1 o , Recept. Paleaceum , en op de zelfde
Csr.us dip'tri a Bidente de ft cf u Pnleatum. Quid hsct
Dat mén ’ t misfchien vergécéa heeft uit te doen; v/ant in
SyJ!. Nat. XII. ftondt Recept, nadam Conicum.
( f ) Gen. Plant. Ed, VI.
w Semina apice biariftata, Arifta altera miiiore. Sy/l,
Na t. Veg. XIII, p. 610.
(§) Gen. Plant. Ed. VI. De Heer Berkheï heeft zulks,
op zyn? V. Plaat Fig. 43, uit ééne Scoit van Bidens afgele
id ; ineen andere niet; zie Fig. 5. Prof. VAN R oven
meldt het in twee Soorten. Proir. 157 , i j3,
L i 2
li. desl, x. stuk.
U I