IV. de Vrugt o f Zaadhuisjes hier veelzaadigzyn,
Axvif.L welk flrydt tegen de Geflagtsbepaaling*
H o o fd» _ t-r
stoiti (20) Hoorn * Heemst met Hartvormige eenixx.
germaate gekwabde , gekart. Wollige Blatrilpa.
den en knikkende opgeblazene veelhokkigs
Gekuilde. gekartelde uitgegulpte Zaadhuisjes.
Deeze die in Karolina, als ook op een def
Bahama’s Eilanden is waargenomen , en uit Zaad
in de Elthamfe Tuin geteeld, heeft kleine
Bloempjes en een kleine Vrugt, die uit zodanige
Zaadhuisjes beftaat, als gezegd is* welke
ieder ook twee o f drie Nierachtige Zaadjes bevatten.
Z y heeft de Steeltjes , waar aan de
Vrugten hangen, dun en geknakt, met opftaan*
de Bloempjes.
xxi. (21) Hoorn - Heemst met Hoekige Ètaden, de
Geifaindè. onderjlen Hartvormig, de bovenjlen Viool*
achtig; de Zaadhuisjes veelhokkig.
Uit de aanhaalingen blykt, dat hier de P e t*
ft-
(20) Sida Tol. Cotd. fublobacis, crenatis tomentoiïs &c.
I.OEFL. lt. 24.0. Abutilon Veficariura crispum. Dil l . Etih.
6. T. 5* C f . Abutilon Ameticanum Scc. Mart. Cent. 29.
T. 29. Abutilon aliud VeGcarium. Plum. Ic. is. T. 2$.
(21) Sida Fol. angulatis , infer. Cotdatis * fiiper. Pandurs
foimibus. &c. GOUAN Monsp. 344, Sida Fol. crenatis, infer.
Cord. obtufis, fuperioribus acuminatis. R. Lugdb. 349. N.
4. Sida Fol. Cord. obfolete ferratis. H. CU ff. 34 s. Abutilon
Lavaterse folio, Fru&u criftato. DILL. Elth. f. 2. Sida
lo l. infer. Cordato - angulatis , fuper. Haftatis, Petalis in?
tegertimis. R. Lugdb, 349. N. 3, H. Ups. i$p.
jïfche Sida, waar van de Heer B u r m a n n d s ,
uit het Kruidboek van G a r z i n , een byzon*' xvii.1*
dere Soort gemaakt heeft ( * ) , ook t’huis be- Hoofd-
hooren kan. Men vindt in het Loof een aan-STÜK*
merkelyke VerfcheideDheid, zo dat zelfs de on•dHa?™
der - Bladen, gelyk de Heer G o u a n aanmerkt,
dikwils Handpalmswyze in vyven gedeeld , ten
minfte vyfhoekig, voorkomen, zynde aan den
rand niet gekarteld en donkerrood; de Bloem-
lleelen eens zo lang als de Bladen; de Bloemen
eens zo groot als de Kelken en bleek blaauw.
Ook heeft het de bovenfte Bladen, zegt hy ,
fomtyds Lancetvormig , fomtyds Piekachtig.
Ëy D i l l e n i u s waren de onderfte Bladen
Hartvormig; de bovenften fmaller en wat hoek
ig, even als in de gedagte Perlifche, die de
bovenften ook niet volkomen ongefteeld heeft.
Men vindtze fomtyds in ’t midden fmaller, en
dus eenigszins naar een Viool gelykende. De
geheele Plant is ruig , o f met Wolligheid bekleed
en heeft, om dat de Zaadhuisjes als gekamd
zyn , dien bynaam.
Twee andere Soorten van Sida, onder deby-
naamen van Getropte en Geftraalde, bevooren3
door L i h r a u s opgegeven, maaken thanshec
Geflagt van Malachra uit , dat door my reeds
onder de Heefters is te boek gefteld ( f ) .
A l -
( * ) Sida ( Perfica) Fol, inferioribus petiolatis Cotdatis acu-
tninatis , fupetioribus fesfilibus Lanceolatis dentatis , Pedun-
culis folitaiiis unifloris. F l. Ind, p, i4g. T. 47. f. 1.
( t ) zie het ii. Deels. V, Stuk, deeser Nat. Hijltrk, bl. 3?s.'