IV.
A fdeel.
XVIII.
H oofd.
STUK»
Tienman-
IV.
Crotalaria
S agittalis.
Fylvoimi-
ga.
V.
Chinenjis.
Cbineefche.
de , overhoekfe Stengbladen ; die by de
Bloemen gepaard Niervormig, gekleurd ;
de Bloemen eenzaam.
Uit de Afbeelding by S ega ziet men klaar,
dat deeze, fchoon ook doorbladig genoemd wordende
, alleenlyk ten deele. omvattende Hartvormige
en geenszins ronde Bladen het f t , gelyk
hy zegt: dan aan de Bloemdraagende Takjes ,
volgens L i nnasus. Het is een Heefter, aan
de Kaap groei jende, die uit de mikjes der T akken
eenzaame ,gefteeJde, geele Bloemen voortbrengt.
(4) Rammelaar met enkelde Lancetvormige Bla•
den , de Stoppeltjes langs de Steng ajioo-
pende, eenzaam, tweetandig.
Dit Amerikaanfch Kruidje, naauwlyks meer
dan een Span hoog, heeft het bovenfte van de
Stengetjes Pylswyze bekleed met de Stoppeltjes,
die langs dezelven, onder de Bladen , afloopen.
Het draagt kleine dikke Haauwtjes, met Niervormig
Zaad.
f5) Rammelaar met enkelde Eyronde eeniger*
maate gejteelde Bladen en zeer kleine Stoppeltjes.
Dit
(4) Crotalaria Vól. fimpl. Lanceolatis &e. GltOM. P'irg.
lo r . H. Cliff. 357. R. Lugdh. 374. Crot, Araericana. Mart.
Cent. T. 43. Crot. hiifuta minor Amer. Herbacca. Hbrm.
hugdb. 202. T. 203. Pluk. Alm. 12a. T. 169. f. 6. Cro-
tal. Sagittalis glabra, lbid, T. 277. f. 2 ?
(5) Cretalaria Po!, fimplicibus oratis fubpetiolatia
Surm. Ft. JrJ. p. 155.
D I A D E L P H I A . ' £$
Dit is een overölyvend Gewas, in China val- IV.'
lende, dat de Steng en Takken ruigachtig heeft
en rond; de Bladen Haairig ; de Kelken ruuw, Boomde
Bloemen geel. stu k .
( 6 ) Rammelaar met enkelde Lancetvormige Cr^tla)aria
Bladen, die Steelachtig ongejieeld zyn, jancea.
de Steng gejlreept. 'ge* :
Uit Oostindie komt deeze, die aan de Kust
van Malabar Catou Tandale - Cotti genoemd
wordt. Zy bevindt zig in onze Openbaare Kruidhoven
en maakt een fierlyke Zaay-Plant uit,
veel naar Brem gelykende, met GoudgeeleBloemen
, aan Stengen van drie Voeten of hooger.
De zonderlinge figuur der Vrugtmaakende deelen
is door E h r e t zeer fraay in plaat vertoond.
( - j j Rammelaar met enkelde Jpits Eyronde
Pluizige ongejieelde Bladen en byna onge- yir.
(helde Bloemen. Gefdmbl
de»
Dit is een Heeftertje, aan de Kaap groeijen-
d e , dat de Bladen, die ligt afvallen ,als Schubben,
(ö) Crotalaria Fol. fimpl. Lanceolatis Petiolato-fesfilibus
&c. Mant. ,.39. ff. Cliff. 357. Ups. 210. R. Lugdh. 374.
T rew. Ebret. T. 47. Crotalaria Benghalenfis Fol, Genifte
hirfutis. Pluk. Alm. 122. T. 169. f. J* Catou-Tandale-
Cotti. Hort. Mal. IX. p. 47. T. 3«. BURM. El. Ini. ISS.
(7) Crotalaria Fol. fimpl. ovatis acutis &c. Am. Ac ad,
VI. Afr. 40. Berg. Cup. 192. Cytifo afiinis. PLUK. Mant.
61. T. 3 88. f . 3.