IV. rig Pluis, zonder Stammetje , wordt by e ver-
* « « * - toond. Dit heeft in alle deeze Japanfche Soor-
H oofd- ten plaats, die ook daar in overeenkomen, dat
STUK* het gedagte Pluis, wanneer men *t zelve met
r S S ïw ^et Mikroskoop beziet, aan de kanten met klei-
r« nè fchèrpe Puntjes , die opwaards liaan , is
gewapend ( * ) . De Bolletjes van het Stuifmeel
vertoonden zig onder ’ t Mikroskoop, by een
Zandkorreltje vergeleeken, als Erwten by een
Meloen.
( 12) Knikbloem met teer veele Blommetjes, de
aha. Bloemen neergeboogen en byna in Kroonjwitbloc'
tjes . fo ,Biaden Piekvormig gehoekt.
In Noord-Amerika groeit deeze , die Bladen
als het Ganzevoet heeft, een Bolachtigen Wortel,
een ‘Bloedkleurige Stengen getrofte Sneeuwwitte
Bloemen. Z y komt ook met bleek geele
Bloemen voor. Eene Verfcheidenhcid daarvan ,
met bleek paarfche Bloemen, levert een Wortel
uit, die een voornaam Middel is tegen den
Beet der Ratelflangen. De geheele Plant is vol
van een Lymerig Melkachtig Vogt.
C i3)
'( * ) Byna gelyk sulles in het VI. StöK , by Letter/, op
ÏL. XXXII. voorgefteid is , doch 'de Puntjes ftaan hier M
geregeld niet.
( r i j Prenantkes Flosculis plutimis , Flor. nutantibus fub.
iimbellatis--&e. H. Cliff. 38t. -GaoN. Trirg. II. -u j. Pren.
Novanglicanus Chenopodii foliis Sec.-Pluk. Amall/i, 195. ß„
t ien . Aatumnalis &c. G»9n, Firg. I. p, 89.
WÊË&sm
S Y N C E N e s I A. 387
C l3) Knikbloem dat kruipt, met driekwab- IV.
bige Bladen. A fdeel
I Deez^ die in de Oolielyke deden van Si-S°vZ ° '
■ beriE,Va t> heefc kruipende Stengen, die Wor- xin.
tel fchieten uit de Knietjes, en driekwabbig
ge ee e Bladen, maar het Bloemfleeltje heeft KruiPCIld-
d ezel ven Lancetvormig en draagt twee o f drie
.g2’
Zaaden met eenvoudig- Plujs. a l P lan^ fcl^n t
op vogtige Phatfen te groeijen. *
L e o N T o D o N. Paardebloem.
^Behalve een naakten Stoel heeft dit Geflm
den Kelk uit losachtige Schubben , die over ef-
kander leggen, faméngefteld en het Zaadkuifje
gepluimd , doorgaans met een Stammetje. Agt
Soorten zyn ’er in begreepen, als volgt.
Ci) Paardebloem met de Kelkfchubben beneden
omgeboogen , de Bladen gefchaafd
met kleine Tandjes en glad. 'Taraxa-
Ge- Gewoon,
0 3 ) Prenanthcs repens Fol. ttjlobls. Am. A cad Ii „
360. f. ï 3. Xl\ f *
i Ca,yce Squam!'s iBreri,e reflexo &«. M
L?V H ' C‘ & M - R- Lugdb. S j 8cc &C Ghok^ ii. m. GMEL. p. % OED. ^
I j f t 'We 0ll0- C- Pin- Doö. ft*«. • Lens Leouis Vulgi, f. prinaria. Lqb, 3J#>
h. Dut,, x, Stuk, ^ b *
■ 9