IV; vormige gekartelde Bladen, en ttfeelingfe
A - l - gejleelde gejiraaide Bloemen»
stihuD" OP jamaika groeit dit Kruidje, dat door zy-
ae Hartvormige gekartelde Bladen zeer van de
andere Soorten verfchilt f* ). S l ö a n e verge»
lykt het Loof by dat van Gamanderlyn, en zegt,
dat het Snuitig Zaad geeft. Aan *t end der Stengen
draagt het geele Bloemhoofdjes.
ix* Cv) Koedille met gevinde, eénigermaate Vlee-
CapL%. zige, fondachtige Bladen, de onderjlenby*
Kaapfe* m dubfaid gevind, de Bloemen gejlraald»
Onder den bynaam van Kaapfe , die de afkomst
aanduidt , (lelt L i n n ^ us hier decze
Soort voor , welke zyn Ed. te vooren Kaapfe
Maaftel getyteld hadt, hebbende zyn E d ., ten
laatden , om dat de Schyfblommetjes vierdeelig
z y n , dezelve in dit Geflagt geplaatst ( f ) . Het
Kruidje, ze g th y , gelykt zeer naar de Gemeene
- (*) Geneiis vix Naturalis Ipecies: zégt ’ét dé Ridder zelf
van; Mant. 473 ; waar uit blykt, hoe zeer zyn Ed. dePlan*
ten naai de Namurlyke Orde , dat it naai de Geftalte enz.
getragt heeft te fdiikken.
- (9) Cotula Fol. pinnatis fubcarnofis teretimculis ècc.Mant,
487. Matticatia Capenfa. Mant.nj.Matric. Africana.BERG.
Cap. 296. Chamxmelum Afr. annuum, Petalis Fl. brevibus ,
magisqne fpaifiz. RAJ. Suppl. 1*4. Cham. Leucanth. crasf.
fol. e Cap. Bonx Spei. Pluk- Mant. 4,.
( t ) Simillima Matricaria Chamomilla, fed Flosculi Disd
tpaadrifidi; ergo Genus Cotulx intrabir, Manu
he Kamille, hier voor befchreeveh. Ook betrekt IV»
zyn Ed. daar toé de Afrikahnfche Matricaria
van den Heer B e r g i u s , die wederom een Hoofd-
Plantje, welk S e b a uit Afrikaanfch Zaad op3TUÏ*
gekreegen hadt en afgebeéld ( f ) , hier t’huis
breDgt. Gedagte Heer, nogthans, zegt duide-
ïy k , dat de Schyfblommetjes, in hetzelve, vyf-
'deelig zyn CD* By S e b a wordt gezegd, dat
de boorden der BuisaChtigé Bloempjes in vier
* f v j f Tandjes gekorven zyn. B e r g i u s be-
fchryfc de Bladen als glad, ongedeeld, dubbeld
Vindeelig ; de Vinnetjes Liniaal, evenwydig ,
de onderden klein > de bovenden trapswys’ langer^
Vindeelig en fpits. S e b a zegt alleen, dat
zy menigvuldig, fyn doorfneeden * vrolyk groen,
zonder Beuk of uitmuntende Smaak en, nog jong
Zynde , Haairig zyn ; terwyl B e r g i u s ’er
den Geur van het gewoone Moederkruid aan
geeft^ en aanmerkt, dat de Plant, in ons K li.
maat uit Zaad geteeld, Kruidig is , maar Hee»
derig op de natuurlyke Groeiplaats.
De Hoogleeraar N . L . B u r m a n n u s geeft
behalve de Kamillachiige, Hertshoornbladige en
Tolkelkige , onder de- Kaapfe Planten ook een
Flafchbladige Cotula op, die, volgens zyn Ed.»
ruige Liniaale Blaadjes en ongedraalde Bloemen
heeft. Ik heb Plantjes van de Kaap ontvangen,
die
( t ) SÈB. ‘i'htst I. p. 24. T. j 6, f, 2.
UJI Corolla Disci hermaphtodita lutea , tubulofa, qaiR-
«juefida. berg. Cap. isó. * 4
Ccc a IZ* Dael« stuk«