IV,
'Afdeel*
xx.
H oofds
t o f .
Egaa’e
ï'eéi-üiyvs
ry-
Slaa-achtige Condrille, i n ’t Gebied van Ve-
netie gevonden, ook toe behoore.
De Wörtelbladen zyn gefchaard, aan ’t end
Homp 5 glad , aan de kanten als met Tandjes
gehaaird. Het heeft eenige Bloemftengen van
een V o e t, met één of twee zeer kleine Blaadjes
; regt, rond en effen. De Kelk is agtbladig,7
glad, van onderen met weinige Schubbetjes;
de Bloem bleek g e e l, beftaande uit ongevaar
vierentwintig Blommetjes, allen in de Omtrek
geplaatst, Homp vyftandig ; terwyl de Sty-
len het midden beflaan van de Bloem , ook
bleek geel ; zynde het Pluis der Zaaden, die
zwart zyn, Haairig.
Noch tot dit Geflagt, dat de Blommetjes
op veele ryen heeft; noch tot den Rang der
Tongbloemigen in deeze Klasfe , fchyDt derhalve
dit Kruid te kunnen behooren.
P r e n a n t h e s . Knikbloem.
In een naakte Stoel te hebben, komt dit Geflagt
met de voorgaanden overeen, en met het
laatfte ten opzigt van den Kelk , doch ver-
fchilt doordien het de Blommetjes, doorgaans
maar weinig in getal, op eene enkele ry geplaatst
heeft, in ■ de gemeene Kelk ; zynde
ook het Zaadpluis enkeld en byna zonder Stammetje.
Van het knikken der Bloemen, die Draadachtig
dunne Steeltjes hebben, en dus veelal
knikknikkende
neerhangen , ten minfte niet zo IV.'
regtop ftaan als in de voorigen, heeft het zy- Af£xEL*
nen Griekfchen naam. De Soorten daar in ver-Hoopo-
vat , zyn bevoorens veelal tot de Melk- o fSTUK*
Ganzen - Dlftels betrokken geweest.
O ) Knikbloem met de Bladen Liniaal en x.
geheel effenrandig. p S i ïË t
Smalbla-
Ctt) Knikbloem met Irokken der Bladen aan- dl£-
gegroeid. i
Ryzig.
(3) Knikbloem met vyf Blommetjes, de Bla* m.
den Lancetvormig, gekarteld.
Deeze , op de Gebergten der Zuidelyke dee-
len van Europa voorkomende, verfchillen aan-
rnerkelyk in het Loof : dewyl de eerfte de
Bladen fmal en gelyk van rand , de tweede
dezelven, inzonderheid die aan de Steng z y n ,
gefnipperd heeft. De Steng van deeze is twee
Ellen hoog , en door de Lymerigheid bezet
met
( 1 ) Prenbantes Fol. Linearibus integerrimis. Syfi. Nat.
XII. Gen. 911, p. SZJ' p-eg. X[II. p. prenanti,^ an.
guftifoiius Fl. purpmeo. VAil l . AU. 1721. p. 193.
(z ) Prenanthcs Fol. Ramentis Cauli adnatls. jACq- Aaflr.
T. 9. Gouan Jüomp. 409. R. Lugdb. 120. Chondrilla Vi-
ininca viscofa Monfpeliaca, C. B. Pin. 131. Prodr. 68.
(37 Prenantbes Flosc. quinis , Fol. Lanceolatis dentioila.
tis. Gouan Monsp. 409. H. Cliff. 3 82* Laétuca montana
purpureo - ccerulca major et minor. C. B. Pin. 123. Soh-
chus laevior Pannbniciis 4. purpureo flore. CLUS. Hiji. II. p.
147. Pann. 650, T. 65a.
II» Deel. X. stuk,'