354 Sament e e l ig e K ruiden.'
IV.
AFDEEL.
XX.
H oofd*
STUK.
IV»
Scorzonera
Gramin.•
folia.
Grasbla*
dig.
V.
Tarpureä.
Xaarfch»
(^4) Slangewortel met Liniaal - Degenvormige
onverdeelde gekielde Bladen.
Slangewortel met Liniaal - Elsvormige,
onverdeelde, Sleufswys' driekantige Bladen
en Rolronde Bloemjleeltjes*
(6) Slangewortel met Elsvormige onverdeelde
Bladen ; verdikte Bloemfieelen; de Steng
beneden Pluizig.
Vj. Slangewortel met Liniaale Bladen, die
m g zyn » g^ykde eenilomige Steng'
Smalbla- . '
dig. Tot de Smalbladigen behooren deeze vier
Soorten, waar van de eerfte in Siberië en Por*
Ruig. tugal, de tweede in ’t Brandenburgfe, in Siberië
en Ooftenryk; de derde ook in het Ooften*
rykfe, en , zo wel als de laatfte, in de Zuidely
(4; Scorzonera Fol, Lineari • Enfîformibus &c. Scorz. Lu-
Ctanica Gramineo folio. T. Büxb Cent. II. p. z6, T. zi.
SC0IZ, Çaule Ramofo &c. G.mel. Sib. II. p. 4.
(5) kcorztmera Fol. Lineari - Suliulatis &c. J icq , Aaflr,
T. 3î» Seorz. Caule Ramofo tereti, G mel. Sib. p. 7. T.
1 . Scorz. anguftifolia fubcoertilea. C, B, Pin. 17S. Scorz.
lÿlv. Foliis anguftis». Mentz. P “g. T. I. f. i*
(S) Scorzonera Fol. Subulatis integriî &c. Jacq. Vir.L
140. GpuAN Aîonsp. 405. Scorz. anguftif. prima. C. ’S. Pin.
27S. Scorz. hum. anguftifolia. Clos. Pann, 637. Tragopo-
gon Pinifolium Hispanicum. BAHR. Rar. T. 496. KBAM.
Aaflr. aïs. 4 , . c .
( 7) Scorzonera Fol. Linearibus Cauleque uhifloro huiutis.
JMant. zy%. Tragopogon hirfiuum. C. B . Pin, zy4. Ttsg'Y"
alter luteus. Col. Ecphr. ï. p. 234* T.
S y n g e n e s i a . 3 5 5
jyke deelen van Europa groeft. In Switzerland IV.’
komt de derde voor, die het Zwaardbladig F ’i- AFxxEL*
pergrafs der Engelfchen , dóch geenszins het Hoofd.
Pynbladig Boksbaard van B a r r e l i e r zo u 'TÜK?
zyn '9 zo de Heer H a l l e r wil. Deeze heeft
de Steng naauwlyks een Handpalm hoog, de
Bloem is groot en geel van Kleur, gelyk in de
laatfte, die geheel ruig is van Loof. De eerfte
Soort heeft de Bloemen bleek geel, de tweede
blaauw of paarfch met witte Meelknopjes. De
Wortels gelyken naar die der gewoone Scorzo-
neeren.
(8) Slangewortel met de Bladen flomp ge- vut.
tand , de Steng wyd gemikt, de Kelken
Wollig aan de Tippen. 'f °'
Tandbla«
(ó j Slangewortel met Liniaale getande f pit Jedlfi'
Bladen , een opgeregte Steng; de Kelk - Laciniata.
fchubben uitgebreid met fpitfe Punten. ®^nip*
(10) Slangewortel met uitgehoekte gekartelde 1 x.
fpitfe Bladen; deStengen mees t eenbloemig.
Deef
8) Scorzonera Fol. obtufe dentatis , Caule divarïcato &c.
Bocc. Sic. 13. T. 7* f. A. Scorz. laciniatis foliis fupïna.
BARR. Rar. 1050. T. 800.
(9) Scorzonera Fol. Linearibus dentatis acutis &c. R.
Lugdb. 120. Gouaw Monsp. 406. Kram. Aujlr, aig, Scor-
zonera Fol, Laciniatis. Tournf. Inft. 477, bars, Rar.
T. 799.
(10) Scorzonera Fol. finuatis denticuSatis acutis , Cauli*
bus fubunifloris. Hasselq,
Z 2