Aro*E *eD* ^ eeze fchyn t» zo zYn Ed. oordeelt, uit
xvii. het Trionum door de Ruuwbladige KaapfeMa-
Hoofd- luwe bezwangerd, te zyn gefprooten (*).
over'ëe Geflagten deezer Klasfe, Stewar*
nigt. tia, Camellia, Mefua, Mori/onia, reeds onder de
Boomen, eD Gordonia onder de Heefters befohree-
ven zynde, gaa ik thans tot de volgende over*
XVIII. H O O F D S T U K *
JBefchryving der D c b b ê i b R o e o e r i g e
K r u i d e n (Djadelphia ,*) onder welken de
Vlinderbloemige (' Papilionacece ) meejlendeels
begreepen zyn: zo dat daar in onder anderen
voorkomen de Gefiagten van Erwten, Boonen,
en dergelyke eetbaare Vrugten, als ook van
Vitfen, Cicers, Lupinen, Latbyris; hetStal-
kruid , Klaver, en meer andere zo Veld- als
Bloemplanten,
T ot de Vyfmannigen , dat is die v y f Meeldraadjes
hebben, in deeze Klasfe, behoort
het Geflagt van
M o n n i e r i a .
Een vyfdeelige Kelk met de boven fte Slip
la a g ; een Smoelachtige Bloem : twee Meeldraad
(*) Filia Trionii e Malva CapenG fcabroft Patie, Syfl*
Hat. Neg. 2111*
-draadjes, het bovenfte met twee, hetonderfte IV.
met drie Meelknopjes, en v y f eeozaadige Zaad-
hokjes, maaken de Kenmerken uit. H oofd»
De fchrandere L o e f l i n g heeft de eenig-8TüK*
fte Soort, door hem Driebladig bygenaamd(0 , jumnMa
in Zuid-Amerika ontdekt. De Steng van dit
Kruid was een Voet hoog: de Bloemen kwamen ge.
Aairswyze vo o rt, zynde wit van Kleur, met
den Mond van ’t Pypje in vyven gedeeld, maa-
kende een enkelde Bovenlip en een vierdeelige
Onderlip. Het Vrugtbeginzel was rondachtig
met een enkelden Styl en platrondachtigen Stempel.
Dit Gewas valt ook aan de Kaap, doch
aldaar heeft het de Steng overal bezet met kleine
Doorntjes (* ).
Onder de Zesmaunigen komt voor, het Geflagt
van
F u M a r i a . Duivekervel.
Een tweedeelige K e lk , een Smoelachtige
Bloem: twee Vliezige Meeldraadjes, ieder met
drie Meelknopjes ; maaken de Kenmerken van
dit Geflagt uit, dat veelal Kervelachtigverdeelde
Bladen en daar van den naam heeft.
Het bevat dertien Soorten, waar van de twee
eerden de Bloemen met twee, de overigen met
ééne Spoor hebben, als volgt. ■ ^
( i) Monnieria. Syfl. Nat. XII. Gen, 3 ;o p» Vtg.
X1U. p. » 9 - I.OEFL. Hivp, 197-
(*) BURM. F l. Cap. Frodr, p. »0.
II; D u t, X, stuk,