IV.
'AFDEEL.
XX.
Hoofdstu
k,
• Egaale
Veeiwyve-
*y>
De witte Streepen en Vlakken merktekenen
buitendien deeze Doorn of Dille!, welke des»
wegen fomtyds Melkdijlel of Marie- en Onze?
Prauwen D-ftel geheten wordt. Dus onderfcheidt
by zig van den gemeenen breedbladigen Weg1-
Doorn, in ’t uiterlyke aanzien, zeer. De Groeiplaats
is , zo wel in onze Nederlanden, by dé
Wegen, als in andere, doch niet in de Noor-
ciélyke deelen van Europa. D e Franfchen noemen
hem le Chardon Marie. Hy heeft zeer
^roote gladde groene Bladen, door witte Aderen
en Vlakken verfierd, met een fterk gedoorn»
den rand. Ieder Steng heeft op ’t end een groo-
te paarfche Bloem, wier Kopfchubbeh een zonderling
byhangzel hebben, aan de kanten en aan
■»t end gedoomd; 7t welk deeze Koppen naauw»
lyks aanvatbaar maakt (*)♦
Het Zaad van deeze Doornen, welken Ha l -
ler onder den naam van Silybïm afzondert,
is bitter, gelyk dat der meefte anderen van dit
Geflagt, doeh wordt niettemin van ’t klein Gevogelte
opgezogt. Het heeft een Meeligheid,
die maakt, dat men de Emulfle daar van tegen
Borstkwaalen met fleekende Pyn, als ook in
Bloedftremmingen aangepreezen vindt. HetAf-
kookzel der Bladen en Wortelen wordt in Verpoppingen
der Ingewanden , inzonderheid van
de
14 .7 J . silybum Card. Mariac & Lafteus. I.OB. Ie. II. 7«
Card, Leucographus. DOD. Pempt. 722.
(*} Zie Berkhey. Tab. 2, f. 22 8e Tab. 8. f. i .
S y n e 'fe n e s i A,
de LeVcr, voorgefchreeven. De Bladen zyn IV.
bitter, famen trekken de en ibevatten vry veelAFDEELJ
Zuur. ö p fommige plaatfen gebruikt rifen het Hoofö-;
|oDge Loof voor Moeskruid (*V stük,
'0*0 Doom met omvattende, hoekig-gedoarn- xxr.
de Bladen; de Bloemen eenzaam, byna on- s cJ rduu*
gejleeld, omgord met vyf Blaadjes of daar» syrifthé»
omtrent. '
: Deezé , dien C am e r a r ï u s heeft afge.
beeld, onderden naam van Syrifche Melkdijlel ±
|s by Aleppo gevonden door R a d w o l f . Het
is de Witte Doorn van D i o s c ö r i d es , by
de Arabieren Bedeguard genaamd. Hy heeft, ia
de Oxelen, de Koppen byna ongedeeld , ge-
fthoord met twee groote en twee o f meer kleine
Blaadjes. De Kelkfchubben loopen uit iit
lange Doorens o f Punten. Het L o o f vindt men
met witte Vlakken getekend, byna gelyk in de
Vrouwen Diftel. De Bloemen zyn w it , maai*
in Egypte vondt F o r s k a o h e dit Gewas
bok met paarfche Bloemen.
f22) Doorn met ongedeelde tweevoudig P in - xxri.
I EriopHó-
dee-ras.
(*) Geofïr.■ 'Mat. Md. Tom. ïtT.' pige.lk°P"
(21) Carduus Fol. amplexk. angulato- Spinofis &c. II.
Cliff. 393. Ups. 250. R. Lugdb. m . N. s. Grom. Oriënt.
252. Carduus albis Maculis not. exotkui. C. B. Pin. 381.
Gard. Ladteus Syyacus, c am . Hort. t . io.
( iz ) Carduus Fol* fesfilibns bifariam pinnatifidis &c. H.
a h m