t v EO wel als de voorgaande, onder den naam van
Afdeel. Gerbera , die door den Ridder eerst gebruikt
xx* wa s , uit het Kruidboek van den Heer W i t *
stuk»0" sen heeft afgebeeld en befchreeven. De laatst-
Ovntoiiigt gemelde vind ik niets van aangetekend, dan dat
zy de andere zeer naby komt.
JhLxvin. Het Plantje, dat ik uit Japan bekomen heb,
F,g' 3’ bier in Fig. 3, op Plaat L X V I1I , afgebeeld,
fchynt my tot de Arnica Gerbera te behooren.
Immers het heeft een der Hoofd - Kenmerken ,
dat de Blommetjes van de Schyf driedeeligzyn 5
de ééne punt veel grooter , en ik bevind de
rand-Blommetjes, gelyk ’er een by a is afgebeeld
, drietandig; doch deeze zyn zo wél met
Zaadpluis voorzien als de middel-Blommetjes,
b. Beide deeze Blommetjes zyn hier veel grooter
dan natuurlyk voorgefteld , waar door zig
de onvolmaaktheid der Meelknopjes in deTong-
blommetjes van dit Geflagt o f wel van deeze
Soort , en de onvolkomenheid van den Styl in
de anderen, openbaart.
D o r o n i c u m . Wolverley.
Dit Geflagt onderfcheidt zig van de voori-
gen , doordien de Kelkfchubben op twee ryën
geplaatst, van gelyke langte en langer dan de
Schyf zyn : de Zaaden van de Straalkrans naakt
, en zonder Zaadpluis. Het bevat maar de drie
Volgende Soorten.
O )
( ï ) Wolverley met Hartvormige Jlompe Tan- IV,
dige Bladen; de Wortelbladen gejteeld; de
Stengbladen omvattende. Hoofd»
Op de Alpen van Switzerland, Ooftenryk j*
en der Zuidelyke deelen van Europa, groeit dit
Kruid , dat van ouds Pardalianches is genaamd ebet
. geweest, om dat het tot verdikking der L ui-Vermaarc}»
paarden ftrekte. Ook werden *er, wanneer men
den Wortel in Vleefch mengde, andere Dieren
, gelyk Wolven en Zwynen, door gedood,
1 waar van de Nederduitfche naam Wolverley ,
; die misfehien verkeerdelyk aan het Valkruid
gegeven wordt, zal afkomftig zyn. Dewyl de
I Wortel naar een Scorpioen geleek , moest ket
I ook nadeelig voor dat Ongedierte zyn. Doro-
I nicum, van een heilzaamen aart, was een an-
I der Kruid. Hier over is een grooce twist tus-
I fchen die vermaarde Mannen, M a t t h i o l u s
I cn G e s n e R u s , geweest, welke laatfte, doör
: de Proef daar van op zig zelf te neemen, zou
geftorven zyn o f in groot gevaar gebragt. Doch
j ik zal my daar in niet mengen (*).
Het
(1) Doronicum Fol. Cordatis obtufis Denticniatis &c.
\Sy/I. Nat. XII. Gen. 559. Veg XIII. p. 639. Mat. Med.
|3H. MilL. Dia. T. 118. GOUAN Monsp. 445. ƒƒ. CUfii
+11. R. Lugdb. IS». Doronicum maximum. C. B. Pin. 185.
Cam. Epit. 8x3. Doron. 3. C lus. Pann. « i . LOB. Ic, 649.
Doronicum Radice Scorpii. C. B. Pin. xg4. Dor. latffo-
Imm. Clus. Hifi. n , p. is. Aconitum Pardalianches. Doo.
305.
C') vid. Ha l l . IJdv. iucbiat, I. p, 36 f 37,
H. Deel, x. Stuk,