IV. in *t Hoogduitfch vertaald vind:want het BancB-
xxfL ie > Zaadjes kroonende , daar zulks van a£-
H oofd. geleid is , heeft mooglyk maar plaats in éêne *
s tu k . Soort van de v y f o f zes, daar in begreepen.
v&huyue- Een naakte Stoel , geen Zaadkuifje en eer»
ry. gelyke Kelk, komen als de byzondere Ken»
merken voor.
i. ( i ) Bloetzaad met getuilde Bloemen.
Etbttlia
C*Getuü<l' Ik noem de Bloemen van deeze Soort liever
getuild , dan gepluimd, om dat ’er de jonge
H eer L i n n je u s zelf den naam aan geeft
van Corymhus , dat een Bloemtuil is , van boeven
byna Waterpas, gelykin de Vlier; terwyi
Panicula een losfe Pluimswyze verheffing in-
fluit, byna gelyk in het Panik-Koora (*.). ’t fs
deeze Soort, welke uit Zaaden, door den beroemden
Hoogleeraar D, v a n R oy e n, onder
den naam van Eupatorium overgezonden , in
Sweeden opgekomen wa s, door den jongen
Heer L i k n ^e u s afgebeeld en befchreeven.
Zyn Ed. dagt , dat dezelve van Ceylon mogte
afkomftig zyn. Een Steng maakte zy van een
Vinger dik, vier Voeten hoog, met overhoekfe
Takken; de Bladen Lancetvormig en fpits
Zaagtandig, naauwlyks gefteeld , de onderften
gepaard. Aan ’t end kwamen Tuiltjes of Kroontjes
( i ) Etbulia Flor. paniculatis. Syjl. Nat. XII. Gen. SM.
p. n6.Veg. XiU.p,6ia. tlNN. Fii. Dec,l. p. i . T. I.
Zie de Afbeeldingen Pbil. Bet, Tab. IX. Fig. 16} , I67,
m m
^ l ï C E N E S l A . 55*
£•
« i« , van fatuengdteMe Bloemftceltjes , met
kleine ronde Bloemhoofdjes , ieder van ruim xx.
twintig blaauwachtige Blommetjes, wier ge-HooFDKelk
beftondt uit sneene is.tiK • fpi,t fe Schubib„er tjve3sn, Pilygama
het Zaad was langwerpig, geknot en plat v Jg * * .
boven, zonder eenig Pluis. Menbevondthet een
iaarlyks of Zaaygewas te zy n , welks Geftalte
Teer naar de Conyza geleek en daar van kreeg
het den feynaara.
(a) BlooWad met rondachtige Bladen en ge- v .^
pluimde Bloemen. Panicula-
Van dit Ctatiodifch Kantje, dat w e e z e r n ly A » » *
gepluimde Bloemen heeft , my van Java ge-
droogd overgezonden, hier in Fig. '-i, op
LXVl ï . afgebeeld , maak ik de tweede Soort.
Het heeft de Bladen byna rond, metgefchaar-
de of ongelyk getande kamen , eenigszins ruuw
en Haairig van Oppervlakte, blykbaar gefteeld,
doch naar boven v a lle n z y eenigszins Lancetvor-
mig. De Bloemen maaken hier ronde Bolletjes,
gelyk in de Santolina, en beftaan niet uitlosfe,
maar uit digt famengetropte Blommetjes,meen
Schubbladig Kelkje vervat en de Zaadjes zyn
even als in de voorgaande Soort, waarmede
het verfchil te groot is , om daar van eene Ver-
fcheidenheid te kunnen zyn. Ook kan het de
SpUranthus Africanus , van den Heer N .L .
(i) Etbulia Fol. fobrotundis , Flonbus rotera paniculatis.
m i ' Mm 4
II. DEEL. x . STUK.
Wm\