'***32881
IV.
A fd e e l .
XX.
HOOFDSTUK.
Egaale
Veelwyvery*
deelige Bladsfö, wier Slippen overhoeks op-
geregt zyn; de Kelken Klootrand en ruig.
Wolkoppige o f Woldoorn kan deeze met regc
genoemd worden, hoewel hy zeer verfchilt van
den Eriocephalus, die een byzonder Geflagt uit-
maakt, in ’t vervolg te befchryven. Hy groeit
in Engeland , in Vrankryk , Spanje, Portugal,
als ook in Ooftenryk en Switzerland. L o u e l
ze gt, dat men hem M&nniks ■ Kruin tytelt, om
dat de Bollen boven kaal zyn, gelykende dus
naar de gefchooren Hoofden der Monniken.
Hier door verfehilt hy van den gewoonen Breed-
bladigen Wegdoorn , die ook de Koppen ruig,
doch niet zo Wollig heeft (* ). Voor 't overige
gelyken de Bollen , eer zy gaapen, zegt
h y , veel naar de Zee - Appelen of Zee - Klitten,
dus wederom naar de Klislèn genaamd, De
Steng valt wel drie o f vier Ellen hoog en is
Wollig g ry s : de Wortel groot, van buiten
zwart, van binnen wit en niet onaangenaam
van Smaak, zettende het Water af. Hy groeit
ook in het Zuidelykfte der Spaanfche Nederlanden.
H aller houdt deezen voor den fchoonften
UpS. Ï49. GOU.AN Mtmfp. 413, R. Lugdb. 133, N. II.MUL.
je. 293« Card. Cap. rot. tomentofo. C. B. Pin. 381. Cnrd.
tomentofus &c. Lob. Ie. II. 9. Carduus Eriocephalus. Dor»*
Tempt. 723-. p. Card. Fol, femidecurt. Upf. 149. Not* Card,
tomentofus Fyrenaicus. Tournf. Inft. 441?
(*) YAU.LANT hadt dsezen ook Eriocephalus geheten.
n.
S Y N G E N E S I
Hen aller DiHelen van Switzerland, die overal IV;
voorkomt in de Bergachtige Streeken , ^ . A fdeel,
b e d p Zcer groote, fraay verdeeIde , t e i c ge. H « • ,.
doomde Bladen , boven groen, onder wit, demnr.
Bloemen meest paarfch, doch ook fomtvds wit Polw.amia
van Kleur. De ronde Koppen zyn ala Appeltjes
aan tend der Takken Van een zes VoetsSten»
famengehoopt, en hebben de Kelkfcbubben
Bladerig, met Wolligheid als Katoen bekleed,
ïeder üitloopende in een geeïe Doorn ( f ) .
Het Zaad is wi t , byna ovaal, platachtig en
fchinns geknot. De Stoel , zegt hy, is gelyk
ie der Artisjokken eetbaar , en dit heeft deeze
met de meefte Doorens gemeen , wier Stoelen
, voor het bloeijen, meestal Vieezig en
goedfappig zyn ( jj) .
( 23) Doorn met ongefieelde, Vindeelig uit- Xmr
gehoekte, Zaagt andige weerlooze Bladen Carduus
* steng uitermaateTakkig,
tluizig en eenigermaate Zaagtandig. hoose*
(24) Doorn met Lancetvormige klein ge doorn- XXIV
de Bladen, van onderen Wollig; de Steng
weerloos, Bladerig, eenbloemig. ^virgini-
Zeerfclie>
f t ) Vid. IlERKHEr. Tab. II. Fig. 26, 27.
ft) tielv, ineboat, I. p,
J l ?? C* rdaas F° 1- lesfilibm pinnatifidis Scc. chCmm al.'
“ sfimum Lacimato folio. Dil l . Elth. 8l. T , # ' “
LanceoIatis 2 g' finguljri Capim,l0f Ca(SjPlein ufIoolf.iosf 0i GBCWirf(iuni mi.
ïl. Dbij,, x, Stus. H h a