knaagd getande kanthaairig gedoomde
Bladen, die mderzyds met een Spinne-
webbig Dons bekleed zyn.
(13} Doorn met afloopcnde Lancetvormige Vin-
deelig gekamde Bladen, zeer lange Bloem•
fieelen , de Koppen m '£ bloeijen knik-
kende.
(14 ) Doorn met tfl. Lancetvormige Zaag«
tandige , eenigermaate Doornig gehaairde
naakte Bladen en zeer lange Wollige een-,
lloemige- Steelen.
(15) Doorn met afl. Lancetvormige, eenigermaate
uitgegulpte , gladde, ongelyk kant-
haairige Bidden , ovérhoekfe Bloemfieelen
en óngedoornde Kelken,
Zeker Kruid, by D i o s cor i d e s Kirfion
genaamdj om dat ’er de Pyn der Aderfpatten
door genezen werdt, -gaf aanleiding tot de benaa
(13) Carduus Fol. decmr. Laue. Pïnnatifido * peftinatls
&c. Mant. 279'. ; - ........... “ '
( 14) Carduus Fol. decurr. Larie. Serratis &c, jACCJ- Vind.
077. Card. Fol. rigidis mollitet fpinofis. HALL; Helv. 677.
T . 18, f. 2. Cirfium f» Carduus anguftifofius, C. B. P»k.
377. Pr oir. Cirs. fing. Cap. parvis. lbid. Cirfium 3 Mon-
tanum. CLUS» Hifi. II. p. 149.
( i j ) Carduus Fol. decurr. Lanc. fubrepandis &c. GoUAn
‘‘Jfrtonsp. 42a. Card. Cirfium Mongp. Fol. longo glabro. J.
£. Hiß. III. p. 44. Cirfium Fol. non hirfutis. C. B. Pk.
Cirfion. Dod. Pempt. 737. Cirfium alterum. LOB, Ic. Sis ,
Tel Cirfium. p. j8i .
IV.
Afdeel«
xx.
H o ofd s
t u k .
Xin. i
Carduus
PtSi'matus.
Gekimde.
•XIV.
DefioratSiS.
Xangfteeli-
«e.
XV.
Monfpts-
Tutanus.
Montpellierië,
caaming van Cirfium, thans in gebruik voor IV.
zekere zagte , niet fteiekende o f ongedoomde
piftelen. Dus heeftT o u r n e f o r t dit woord Hoofd-
tot een Geflagtnaam getesigd ; maar H a l -stu?*
l e r alle onderfcheiding van de gedoomd-
heid,, die by trappen (zegthy) afneemt, afgeleid
, verwerpende , maakt een Geflagt van
Cirfium , \ welk alleenlyk door het gepluimde
Pluis der Zaaden, dat in de Carduus, zegt h y ,
enkeld o f eenvoudig is , van denzelven verlcbil-
Je. Ik vraag , o f bet fomtyds niet duifter te
onderfcheiden i s , o f de Haairtjes van het
Zaadkuifje gepluimd zyn , dan niet ? En o f
daar in ook geen trapswyze toe en afneeming
plaats hebbe ? L i n n ^e u s brengt de Cirfici,
fchoon de Koppen zelfs ongedoornd hebbende
, hier t huis, in ’t Geflagt v an Carduus, welks
voornaamfte Kenmerk » volgens zyn E d ., be-
flaat, in de Kelkfchubben gedoomd te hebben.'
Hoe ftrookt dit!
Van deeze vier Soorten, allen van die hoe»
danigheid, is de eerfte, welke een knobbeligen
Wortel h e e ft, in Ooftenryk waargenomen.
Deszelfs Bladen zyn byna grysdoor haare Wol,
ligheid. De tweede was te üpfal voortgekomen
iu de Aarde, daar men Zaaden van Penfylvanie
in gezaaid hadt. Z y maakte 'er een Steng van
twee Voeten , zynde , gelyk het geheele Gewas,
ongedoornd. De derde, onder den naatn
van Smalbladige Difiel met enkelde kleine Hoofd-
fes bekend, wordt van H e l l e r thans getyteld
j II, Dkbli X. stuk.