iV.
A f d e k i .
XX.
H o o f d s
tu k .
Overttl(ig‘
P'eelwyverï
»
nevaren, dat men thans Tanacetum noemt, te
betekenen (*), Zou men , nu, uit die benaa-
tning van F u c h s i u s mogen denken ,• dat
dit Gewas yan Amerikaanfchqn oirfprong z y ;
terwyl het zekerlyk inMexiko of Nieuw Spanje
groeit P O f is het Zaad derwaards door de
Spanjaarden overgebragt en voortgeteeld. O f
is het naderhand in de Oofterfche Landen gekomen
?
In de Natuurlyke Hiftorie vanMexiko, door
F r a n c i s c u s H e r n a n d e z ( t ) , vindt
men de Fluweel bloemen zeer ratuurlyk aft
gebeeïd , die ’er Mexikaanfche Anjelieren genoemd
worden, en waar van hy z e g t, dat zy
allen Bladen hebben als die van ’t Reinevaren
en geele o f uit dengeelen Rósachtige Bloemen*
Zeven voornaame Verlcheidenheden waren daar
van in Nieuw Spanje. De eer Re en uitmuntend-
fte hadt de Bloemen geel en zeer volbladig, als
een witte Ro o s, wordende deswegen Cempoal
Xochitl van de Mexikaanen geheten. Dit was
de grootfte Piant, met de uitgebreidfte Bladen,
De
(*) Dit zo zyncfe , vervalt de gisting van Vaillant ,
wanneer hy zegt , Tagetes efl peutitre lé nont, que porie et
Genre de Ptantes, dans Ie pays t dtnt noas font venttis fes
Efpeces. Mem-de 1710. p. 408.
( t) JOeeze was Eyf-Arts van Koning PHILIPS den II. , die
i n ’tjaar 1,55 Koning van Spanje wieidt, en is door dea-
zelven , in hoedanigheid als Opper - Arts van Mexiko, der-
vaards afgevaardigd, om de Natuurlyke Hifl;oiie van dat
Land te onderzoeken.
De tweede in grootte, zo van Blad als Bloem, IV.'
veel daar by te kort fchietende, voerde d en"Fx|E^
naam van Oquichtli Cocaxochitlof Mannelyke, Hoofd-
in vergelyking met de overigen, die wederom 'TUK*
kleiner waren. Deeze Bloem worde by hem en
keld vertoond , als bedaande uit zeven rand-
blaadjes, met eea Kroontje in ’t midden. De
derde en vierde waren byna even groot, maar
de eene bont , de andere bleek , even als de
vyfde en zesde die kleiner waren en de zevende
de allerfeleinde van Blad en Bloem, geel van
Kleur. Hy voegt ’er by , „ deeze Soorten
,, komen uit Zaad overal, doch best in heete
„ Landen voort; hebbende reeds lang by de
„ Spanjaarden geblonken en ook andere Volken
,, met haare Bloemen verheugd.”
Uit dit laatfte moet men voor vast befluiten ,
dat H e r n a n d e z de Fluweelbloemen reeds
in Europa gekend had , eer hy naar de nieuwe
Wereld trok, en dus fchynt my het denkbeeld
van D o do n i o s niet te verachten, dat de-
zelven uit Afrika afkomftig z y n , ten minde de
eigentlyke Afrikaan• Want deeze vondt F o r s -
jcaohl niet alleen in Egypte als een Tuin o f
Akker-Plant, maar zy wierd ook op de Vlak?
ten in Arabie geteeld, ja groeide *er in *t wilde
o f kwam ’er van zelf voort {*_). Dit was alleen
de Opdaande ( fagetes ere£la) en niet de Hurken*
(*) flor, ulrab. p. CXX.
I Z z $
II- DEB{.. X, Stuk?