IV. van menze Witte Boonen noemt; doch men vindt
’er ook zwarte, roode, geele,gefpikkelde,ge*
Hoorn- ftreepte en van gemengelde Kleuren. De
STÜJC* groene Snyboonen geeven een ligt en zagc
y oec]ze]^ ^at jen Afgang bevordert; de verfch
witte, gepelde jonge Boonen zyn ook zeer gemakke-
lyK verteerbaar en gezond: maar de drooge oude
Boonen zyn zwaarder Spyze, dienftiger voor
Arbeidsvolk; anderszins dikwils Benaauwdheden
maakende of andere Kwaaien , byzonderlyk,
wanneer menze met weinig Boter en veel Zuur
gebruikt. Van veelen worden zy ook in Vleefch-
fop of Water gekookt en dus met lang nat, zo
men zegt, gegeten. Als een Geneesmiddel zouden
zy tegen ’t Graveel verftrekken kunnen, zo fom-
migen willen.
Bonte Behalve de gedagte veranderingen is ’er een
Boonen. goorl: van deeze Booneu , weinig in Gewas ver-
fchillende, doch met hoogroode Bloemen, ge-
meenlyk Bonte Boonen genaamd o f Piet Heins
Boonen; om dat die beroemde Vlootvoogd de-
zelven , in ’t voorfte der voorgaande Eeuwe ,
uit Amerika eerst in Europa overgebragt zou
hebben. De Kleur der Boonen is zwartachtig
en Roozerood , met zwarte Streepjes en Vlakken.
De Hulfen zyn dikker en ongelyker dan
die der anderen, tot fnyden onbekwaam ; doch
de Boonen, jong zynde, zeer aangenaam van
Smaak. Men houdt deeze Plant dikwils tot
Beraad aan Stokken in de Bloemtuinen , maakt
*er Prieelcn van, enz.