IV.
A f d e e l »
XX.
H oofds
t u k .
XVI.
• Chryfan-
tbimam Se-
getum.
Koorri«
landigé.
( 16) Chryfanth met omvattende Bladen , dg
bovenfien gefnipperd, de onderfien Zaags-
'wyze getand.
Dit Kruid, naar de gewoone Tuin-Chry-
fanthen gelykende , wordt by ons Vokelaar of
Geele Ganzenbloemen, geheten. Het komt op
veele plaatfen van ons Land, in Zandige Bouwlanden
, voor, hebbende fömtyds de Bladen klei*
ner, de Bloemen wit eh geel bont, zo B o e r »
h a a v e aan tekent. Dit zo gehaate Onkruid,
dat in Zandvelden van Duitfchland gemeen is,
hebben wy in Switzerland nog niet gevonden,
zegt H a l l e r . In de Bosfchen, Velden,
Akkers van Provence, komt het voor. , , De
,, Deenen mogen, volgens de W e t , geen zo-
„ danig Onkruid op de Velden laaten groeijen 5
, , doch in Sweeden, daar het , omtrent het be*
„ gin deezer E e uw , met Koorn uit Jutland
„ wasovergebragt, worden ’er de Landen door
„ verfierd en de Reizigers vervrolykt door des-
, , zelfs geele Bloemen, die uitmuntende Zon-
,, nevolgers zyn” , zegt de Ridder. Dit zal
zeker op woefte Velden zien : want zyn Ed*
voegt ’er b y , „ dat men het verdryft door in
de
(16) Chryfanthemum Foliis amplexicaulibus Scc, GORT»
Ëtlg. 24s- Kbam. Atiftr. 2ss» Ti. Saec. 699, 762. GouAN
Monsp. 449. R. Lagdb. 174. Chryfanth. Scg. vulgare glau*
cum. MORIS. III. p, 15. S. 6. T. 4 * f. »• Chryfanth. Sege-
tum. Lob. Ie. 5,2. Bellis ltttea Pol. profunde incifis major.
Ci B. Fin, 242»
,, de Herfst te meften, door om het tweede Jaar IV.
„ te oogften, en den vyfden dag, na ’t zaai jen,
, , op nieuws te eggen ( * ) ” : welk ten opzigt Hoofd-
van een Onkruid dat jaarlyks vergaat , enSTÜK»
zig alleen door Zaad voortplant, iets byzonders
fchynt.
(17) Chryfanth met Tongachtige jiompeZaag*
tandige Bladen, de Kelkfchubben egaal» tbemum
Myconis.
De Bladen zyn Tongachtig rond, in deezed^e”dbIa*
Soort, die van zekeren M y c o n den naam
heeft. By C. B auhinds heet zyGeele Madelief
met rondachtige Bladen. Z y gelykt anders
naar de voorgaande zeer: maar de Bloem-
lleeltjes verdikken aan ’c end niet; zy heeft de
Kelkfchubben aan ’ t end rappig , de Bloem
hoog geel en de Bloemkrans korter. De Groeiplaats
is in de Velden van Portugal, Spanje efl
Italië.
C18) Chryfanth met dubbeld gevinde Zaag- xvirr.
1nnJtal'eura*
lan Itali-
„ ... „ aanfche.
Expellitur Stercoratione Aututnnah, Segete bienni,
Occatione quinto die post Sementationein, novali, Ahlelof
Ti. Stuc. ir. p. 29$.
( v ) Chryfanthemum Fol. Lingulatis obtufs ferratis &c»
Chryfanth. Myconis. Dalech. Hiß. 873, T. 87}. Chryf. la-
tifolium. J. B. Hij7. III. p. ic j. Bellis lutea Fol. fiibrotun-
dis. C. B. Pin. 262.]
( is ) Chryfanthemum Fol. bipinnatis ferratis &c. Mant»
1 X6. Partheaium Fol. tenuisf. Achiile* csfuris. MlCM. Gen»
Ï4»T. 29.
II« ÖSSt, x. STSXs