$34 V e e l b r o e d e r i c e K r u i d e k ?
I
IV. ^ In Portugal en Spanje groeit deeze, die zeer
H o ofd * ¥ e*ü *s van ^ ewas en z'g geheel Heyachtig
‘XXX. vertoont, met eene Afchgraauwe wolligheid. [
STUK.
xvni. (18) St. Jans Kruid met driewyvige Bloemen;
clnldin/ê. & Bladen L in ia a l - L a n c e tv o rm ig , de
daafc113* Steng vierhoekig, de Zaadhuisjes gekleurd*.
In Kanada groeit, volgens den Heer K a l m , 1
deeze , die ronde Takkige Kruidige Stengetjes
heeft en zeer kleine gedeelde Bloempjes, van I
grootte als der Spurrie, gevolgd wordende van I
roode Zaadhuisjes.
xix. {19) St. Jans Kruid met 'driewyvige negen-
' mannige Bloemen , een ronde Steng en
virginifch. Eyronde omvattende Bladen.
Aan zekere jonge Virginifche Dame , J en»
Nï C olden genaamd, werden, door Doktor
G a r d e n , de Kenmerken gezonden van
een Plant, niet ver van Nieuw Engeland , in I
*t jaar 1754 gevonden, doch welke zy reeds in
haare Verzameling hadt, hebbende dezelve een
Jaar vroeger ontdekt. Aan deeze gaf die Kruid- I
kundige Dame, naar welke waarfchynlyk ’t
Geflagt van Coldenia benoemd is , ter eere van I
ge-
Ericoides minimum Fol. cinereis. Pluk; Alm, igj>. T. 93.
f. j . Hyp. toment. Lufitanicum minimum. Touhnf. I n f t , 2 56»
{ (18) Hypericum Flor. trig. Fol. Lineari - Lanceolaris &c,
(19) Hypericum Flor. trig. enneandris Sec, Mant. 25.?»
Gardenia Colden. Obfirv. Edinb, Vol. II, (17j6). p. 2.
P o t Y A D E L P B 1 A S3 S
gezegden Doktor den haam van Gardenia ( * ) , I V j
Hy oordeelde , naamelyk, de Plant van dit Ge- Afde®i>;
flagt verfchillende , waar toe nogthans L in Hoofd*
NjEUS dezelve, onder den naam van V i r g in i f c h STUE. ~
4 S t . J a n s K r u id , betrokken hadt. Want zy heeft
maar drie Bondels, ieder van drie Meeldraadjes
, en daar tusfchen drie ftompe Klierachtige
Honigbakjes. De Geftalte, evenwel, komt veel
met die van ’t gewoone St. Jans Kruid overeen.
fao) St. Jans Kruid met driewyvige Bloemen x x -
en vierkante Kru id ige Stengen.
gulare.
Wegens de vierkante Stengen , die in dit k^ierll0e'
Kruid zeer opmerkelyk zyn, voert het den S*
bynaam. De Groeiplaats is door geheel Euro-
pa en zelfs in ons Land aan vogtige Beeken en
op de Velden in Zandige Landsdouwen. Men
noemt het H e r tsh o ey , in ’t Engelfch S t . J o h n s
G ras f. Het groeit hooger en grover dan het
volgende."
(21) St. Jans Kruid met driewyvige Bloemen,
a 7 Perfora*
twee- turn.
Gemeen.'
( * ) ’t Geflagt van Gardenia, een zeer.fchoonen Kaapfen
e f Ooftindifchen Bioem - Heefter bevattende , is door my
reeds in het II. D. IV. Stuk , bladz. 387, befchreeven.
(20) Hypericum Flor. trig. Caule quadrato Herbaceo.
Gort. Belg. 215. Gotjan Monsp, 402. Kram. Aufir. z z è .
Fl. Suec. 6z4 , 679. R. Lugdb. 473. Hyp. Ascyron diftum
Caule quadrangulo. J. B. Hiß. m . p. 382. Ascyron. Dod.
Ftmpt. 78. Lob. lc. 39p.
(21) Hypericum FI. trig. Caule ancipiti &c. Mat. Med.
J«8. Gort. Belg. 216. KRAM, Aufir, 226, GOUAN Monsp.
II. Perl. X, stuk. 402,