29& Du BEELBROEDER I GS K r iMITEN^
IV. J)e twee voorften behoorcn tot het Onkruid
^JxDv£i£iïL. * op dreoge Zandige Velden gemeen, dat men in
H oofd- ons Land Haazepootjes, in Frankryk la P a tte
s t u k . noemt. Dit heefteen famentrekkende
KiSL m ” kragt , en wordtin Sweeden veel gebruikt tegen
de Galziekte van het Rundvee ( f ) . De
derde- voert in *t Franfch den naarn van Trefle
etiolê , dat is Gefternde Klaver, om dat de uitgebreide
Kelken zig als Sterretjes aan de Aair
vertoonen. Deeze groeit, zo wel als de eer 11 e s
alleenlyk in de Zuidelyke deelen van Europa.
De laatüe verfchilt veel. door haare Zilverach-
tige Hoofdjes en Schildvormige Zaadjes, waar
van zy den bynaam fthynt te hebben , hoewel
de byhangzels der Kelkjes ook S'childachtig zyn„.
A l p ib u s hadt dit fraaije Plantje uit Zaad van
Kandia geteeld. Deeze vier Soorten ^ zo wet
als de voorgaande, Kerven jaarjyks..,
Klaver met ongejieelde zydelingfe E y*.
jcairum. ronde Hoofdjes , de Kelkflippen ongelyk ,
Ruuwe. jiy j; en oingekromci'
In de Zuidelyke deelen van Europa, als. ook
in Vrankryk omKreeks Parys,en ia Groot Brittat>
Stockb. Verb. 1747. p. 87.
(283 'Trifolium Capit. fesfiiibus lateralibus ovatis &c. H.
Cliff. R» Lugdt. GquAN Momp. HALL. Helv. &c. Trif.
Capit. oblongo aspero. C. B. Pin. 329. Prödr. 140. Trif,
minus Cap. parvo albo echinato BARR. lc. 870« Trif, Flos*
culis albis &c. VAU.L. Paris. 1 »6. T. }}. f. I.
D l A D E L P H I A. 297
tannie, groeit deeze Soort van Klaver, die min-
der Takkige Stengen dan de Haazepootjas Xvni.*
heeft. Zy is door de ronde ruuwe of Kekelige Hoofd.
Hoofdjes zeer kenbaar.
(29) Klaver met mgejieelde h a lf Klootronde xxix.
Jiyve Hoofdjes; de Kelken g e flre ep t, u it - clfmèra-
gebreid, egaal. “ dempte.
(30) Klaver met ongejleelde b ym zydelingfe
Eyronde Hoofdjes , de Kelken r o n d , ge.-Geftieeptc,
fire ept.
(31) Klaver met langwerpige gefteelde Hoofdies
1 een opgeregte Steng en gepaardedrinum.
d ; j Egypti-
Bladen. fche.
De beide eerften , die in Europa groeijen ,
hebben de KelkeD tienüreepig, in deeenenaakt,
in de andere Haairig. De laatüe Soort heeft
v an haar© Groeiplaats, by Alexandrie, den bynaam.
F o r s k aöhl zegt , dat menze in ’t
Arabilch Berjim noemt, en fpreekt -er dus van (*J.
„ Dit is die Klaver, welke de Egyptenaars
5» by
(lp) Trifolium Capit. fesfiiibus hemifphaericis iigidis &e.
H. Ciiff. R. Lugdb. &c. Trif. Atvenfe fupinmn Verticilla*
tum. BARR. lc. 882.
( jo ) Trifolium Cap. fesfiiibus fublateralibus ovatis 8tc.
Tl. Suec. 614 , 669. Trif. parvum birfuturo. VA1LL. Parif,
19«. T. 33- f* 2.
(31) Trifolium. Capit. oblongis Pedunculatis, Caule erec-
$0, Fol. oppofitis. Am. Acad. IV. p. *$<>•
m Flor. jEgypt. Aral>. p. 139.
T S