'Atm-EL. ^ 11 ^ ^ andzaad m t gepaarde Eyronde ge«
xx. ' fptifte effenrandige Bladen, een klimmen-
H oofd. de Heejierige Steng en gepaarde Pluim-
STÜS* bloemen.
XI.
fcandenl Deeze beiden , van Vera Cmz in Amerika
Kiiraraend.af],omnig s z y n u j t den Cliffortfen Tuin om-
ftandig befchreeven door den JRidder. De eerfte
een klein kruipend Kruidje, met Bladen omtrent
als van t Varkensgras, hadt Kafjes tus-
fchen de Zaaden, die dun waren, van onderen
fpits, van boven met twee waterpasle Borftel-t
tjes gekroond, p e andere hadt een Heefterige
klimmende Steng , aan ’t end uitloopende in
een Pluim van Bloemen, wier Steeltjes een en
andermaal gepaard wa r e n d e Kelken Cyiin,
drifch van onderen gefchubd ; ' de Zaaden fa-
. mengedrukt, o f plat, en tweetandig.
xir. • ( ia ) Tandzaad met Eyronde Zactgtandige B0
G eb S e ld . den » de onderJlen gepaard ; de bovènjlen
drievoudig met het middeljie grootst.
In Amerika was deeze gevonden, die thans
in Italië wild groeit. Zy heeft een opgeregte
Steng
C[I) Bidtns Fol. Oppofitis ovatls acumfoatls Intpgernnüp
Caute fcandente Fiuticofo, Flor.- oppof. paniciilatis &c II
CliJT- 399- fó ' • ‘ •
(12) Eidms Fol. ovatls ferratis &c. Ard. Sp. 2. p.
i 3. Bidens Paluftris anima Fol. fubrotundis &c. Micn:"Ffor,
Mo. Bidens FoL ovatls et tripteris, Caul,'fiMitis& 1^
cluaw. Ha ju., Gtitt,
Steng van by de twee Voeten hoog; de Bladen 1V.
zyn dik, ruig en byna gebobbeld: de Bloemen Afdeel*
groeijen eenzaam iu de Oxelen: de Kelken zyn hoofd-
met vyf Blaadjes omringd: de Zaaden ‘hebben stuk.
twee agterwaards kanthairige Baardjes. ' fctygami*
A^natis.
C a c a l i a . Dokkeblad.
Een naakte S to e l; een Haairig Zaadkuifje;
een Rolronde Kelk die langwerpig is en aan den
voet alleen met een JCelkje voorzien. Dus komen
de byzondere Kenmerken van dit Gellagt
voor, daar ik de Heefterige Soorten, zeven in
getal, reeds van befchreeven heb * , zo dat *11.ö.
flegts de volgende overblyven {*'). biadzÏÜK‘
&C.
(8) Dokkeblad met een Kruidige onverdeelde vnr.
Steng y de Bladen ovaal en eenigermaate Eolfhi-
gekarteld. lum. 31"
Zcefblétóig,
Sommigen fchryven aan de Bladen van die
Kruid maar zwarte Stippen toe; anderen merken
de Bladen als Zeefswyze doorboord aan.
Het een kan zó wel als hét andere plaats heb*
ben» L 1 n n je u s noemtze Maanvormige Blaasjes.
(*) De voorige dertig Geflagten vah de Klasfe dét Samcn-
teeluige (Syngenejia) zyn biet in haar geheel Voorgefteld.
( t ) Cacalia Caule Herbaceo indivifo &c. Poiophyllum
Fol, elliptitis. H. GRff. 494. Tagetes Fol. intègris perforatls.
Plvm. Sp, lö. Sênecio Ihdicus Atriplicls folio glabro.
Moris. III. S. 7. T. 17. f. 7. ChryU Atner. Friatesc. Plok.
T. 161. f. 1. . .
Mm