l v : Haaïrig Plantje van een Handbreed hoog, nie
^aad in de Upfalfche Tuin geteeld , dat de
H oofd- jonge Heer L 1 n n & u s heeft in Afbeelding
s t o k . gebragt en befchreeven.
Overtollige
t'edvjyvt- q j^e£ gedraalde Bloemen ; de. Straalkrans
uitgebreid, en Vindeelige Bladen.
XVII. (17) Kruiskruid met geßraalde Bloemen ; de
liaftafus. Bladfieelen omvattende , de Bloemßeelen
piekbia- driemaal langer dan het Blad; de Bladen,
Vindeelig uitgehoekt.
Met Stengetjes, doorgaans van anderhalf Voet
hoogte , verfcheide uit éénen Wortel voortkomende
, fchoot dit Kruid in de Elthamfche
Tuin o p , hebbende Bladen byna als die van
't Aspleniüm , met Piekswyze Vinnetjes. De-
wyl het in de Zomer bloeit en in de open Lagt
overhlyft, oordeelde D i l l e n i u s , dat het uit
de Noordelyke deelen van Afrika afkomftig
zy . De Heer N. L. B u r m a n n u s , niette',
min, telt het onder de Kaapfe Planten.
xviii. f18 ) Kruiskruid met geflr. Bl- de Bladßeelen.
Tubigerut. aan ^en iy ortei gewold ; de Bladen ge-
loggend* fchaard ; de Stengen geheel enkeld, met
zydelingfe ongefieelde Bloemen.
B R E Y N
(17) Seneeio Coroll. rad. Petiolis ntnplexi - Caulibixs &c. R .
iiugdb. 164.N. 10. Jacobaea Afraperennis&e. Vao.l. 17
( i s ) Senecia Corojt. jcad. Pet. Radiealibus lanatit Sec. Am,
Acad. VI. Afr. 65. Jacob. Spicata Monomopatenfis. BREyN,
Cent. T. 65. aiOBM. III. s. 7. T. is. f. ja,
B r e y n meldt wel van een Haairige ruigte IV.
en Wolligheid , doch van geene Wortelbladen Afi)EEL*
in deeze Plant, die van de Oostkust der Zuide- Hoofd-
lyke deelen van Afrika afkomitig was. ’tSchyntSTUK*
dat zy ook aan de Kaap groeije. De Bloemen %%%£
zyn Violet gedraald, waar door zy van de voorgaande
Soort, die de Straalkrans geel heeft, in
de eerfte opflag onderfcheiden wordt. Ook heeft
z y de Bloemen op een zonderlinge manier ge-
kelkt, hebbende de onder-Kelkjes als verdubbeld
en in malkander gedoken.
( ip ) Kruiskruid metgejlr. BI. de Bladen egaal X!X<
Vindeelig , zeer uitgebreid, met een ver- ■
dikten omgekromden rand. stfdyk.
Een zeer fierlyke Plant, met paarfch gedraalde
Bloemen, van de Kaap afkomdig, maakt
deeze in de Tuinen uit. Wat de onder-Kelkjes
aangaat, verfchilt zy ongemeen van de voorgaande,
alzo dezelven zeer klein zyn. Men
vindtze Heederig en greoter, dan de Kruidige
Jaarlykfe , doch zo ’t fchynt daar van gefproo-
ten, zo de Ridder oordeelt.
( 2° )
(19) Seueeio Cor. rad. Fol. pinnatis squalibus &e. GouAn
MüksP' 4+0. H. Cliff. 405. Ups. 2C0. Aüct Afr. aMims
Senecionis folio dentato. Seb. M us. I. p . 33. j y 2z. f. 1.
Jacobsa A f r . Frutescens F l . purpmeo &c. VOLCK. Ner.
T. p. zxs. R. Lugdb. 1C4. N. 6.
S s 5
II. Dre*,, x. stuk.