ïV. De Inwooriers der Stad Jaeut rioemeh de eer-
fte Bitter Kruid en gebruiken het Afkookzel, zo
H oofd in de Venusziekte als in de Pynen van ’t Ge-
stuk. beente , daar uit fpruitende. De andere ge-
Egaate ]y^t Veel naar het Kruid, dat men Jacéa noemt ,
r> hebbende fchoone paarfchbioemige Koppen, ais
die der volgende*
xiv. (14) Zaagblad met getande gehoornde Bladen-*
ijferra tuld
'steke?/' De vermaarde T o u r n e f o r t , die de Ge*
ïlagten van J a c e a , Cirjium en Carduus door de
Doornen on derfcheidde, zodanig dat het eprfte
'geheel ongedoornde Planten, het tweede Planeten
met gedoomde Bladen en ongedoornde
Koppen , het derde Planten met de Bladen en
Koppen , beiden, gedoomd, begreep, fno'est
dit Gewas tot het Cirjium betrekken H a l *
L ë r , hoewel de onderfcheiding der Doornen
verwerpende, volgt hem in deezen, én noemt
het Ctrfium met een hoekige Takkige Steng,
de Bladen half gevind, de Vinnen hoekig, gedoomd
, de Koppen ongedoornd. Anderen
had*
dit ftrookt met de befchryving van Gmelin niet, die zegt,
dat in de Tuinen de Steng 2 of 3 Cubiti hoog, de Takken
een Voet of minder lang zyn. Misfchien valt het, wik!
gtoeijende, laager.
(14) Serratula Fol. dentatis fpitiofis. GORT. Belg- 224,
KRAM- A u jlr .^ s . El. Suee. 662, 713. GOUAN Monsp. 421.
R. Lugib, 133. Carduus Vineatum iepensSonchi folio. C. B.
Fin. 3?7- Predr. i j 6. Card. in Avena proveniens. C. B. Pin,
577. ft, Gitfium Arvenfe Sonchi folio, Rad. tepeute, Cao*
ie tuberofo. TQURHF. Injl. 443,
‘hadden het Diftel genoemd en wel die in de 'IV;
Haver voortkomt., volgens Ba u h i n u s , waar
Van misfchien de benaaming Haver - D i j l e l , wel- Hoofd--
ke d e G o r t e r opgeëft, af kom ft ig is; dochSTDK*
men zou het met de Sweeden eigener noemen FolJ g,amiA
Hoorn - D i j l e l , A k k e r - D i j le l of anders H e ld - ***** '
D i j le l en Kruipende Weg - D i j le l of 'Boeren P la a g ,
om zyne voornaame hoedanigheid aan te wyzen.
Niet minder, naamelyfc, dan in Sweeden f*) ,
en elders {trekt dit Onkruid tot bederf der Ak-
keren en Landen , in onze Provintiën, byzon-
derlyk op de Weiden in Westfriesland, daar men
ibmtyds meer Diftelen dan Gras ziet, of liever
'Stekels; want zulk een naam geeft men aldaar
aan dit Gewas. Het groeit op Ysland, zo we!
als in de Zuideïyke deeien van Europa, alwaar
het mede een laftig Onkruid is in de Wyngaar-
den en Koornlanden. Het verheft zig tot een
aanmerkelyke hoogte en breidt zig in ’’t ronde
uit, door zyne kruipende Wortelen. Evenwel
wordt de menigte van Stekels, opeen Land*
als een blyk van de luiheid des Landmans aan*
gezien, die niet past op het uitplukken derzel-
ven , waar door mènze byna geheel kan vernielen.
Sommige Boeren gaanze, om ’t gemak,
afmaaijen, dat niéts ter wereld helpt, maar ze
des te meer doet voortloopen.
De Bladen zyn fomtyds Wollig, doch meest
glad
” W v!tium Agrorum apud nos primaiium eft. Linn.Flor.
Suee,
Gg