IV. Bloemen zyq niet grooter dan vaö de gewoond
A xvnEL’Kaasi esb,aden en van dergelyke Kleur* Dé af-
H oofd- komft is uit Syrië*
stu k»
xviii. (18) Maluwe met een opgeregte Steng en veeU
a u ™. deelige ruuwachtige Bladen„
Alcea.
( * 9 ) Maluwe met een opgeregte Steng, de
RuikMde! Wbrtelbladen Niervormig ingefneeden; de
Stengbladen in vyven en verder Fïnswyzs
gefmaldeeld.
Dat dit Kruid, *t welk men gemeenlyk Alcea
noemt, geenszins van de Maluwe afgezonderd
behoorde te worden , wyst de Geftalte aan.
Het verfchiit ’er alleen van doör de veeldee-
ligheid der Bladen, die plaats heeft in deeze
beide Soorten, ruikende de Bloemen der laatfte
naar Moskeljaat.' De Kleur is fomtyds wit, g e .
lyk in de groote en kleine Kaasjesbladen; onder
welken het wild voorkomt in de Zuidelyke
deelen van Europa , zelfs ook in Vrankryk,
Duitfchland en Groot Brittannie. In een be-
fmettelyke Bloedloop zou dit Kruid met voordeel
zyn gebruikt. ? »
/ W camc erefto, Fol. multipartite fcabriusculi,.
Hall. Helv, 363. Da u b . Par. 209. gouan Monsp. 34g,
Gï r . Prov. 47É. kram. Auflr. 206. r . Lagdb. 356 Alcea
vulgaris major. C. B* Pin. 310. Alcea vulgaris. DOD.
Tempt* 656* Lov. Ie. 6$$>
(19) Malva caule erefto Fol. Rad. Reniformibus &C.
H. Ups. 202. Gouan Monsp. 34g. F{. Suec. 11. N. 610.
Malva montana. f. Alcea rotundifolia laciniata. CouEcpbr.
I. p. 148. T. 147. Alcea vulgaris minor. C. B, Pin. 3r<s.
f20) Maluwe met een opgeregte Steng,Palmt- rw ^
wy :e getande Bladen, de Bloemen kleiner n XVIU
dan de Kelk. Hoofdstuk.
Deeze Egyptifche valt teerder, met Draad- xx.
achtige , flappe Stengen en heeft de onderfce AEgypfta.
Bladen vyfkwabbig, de bovenfee driedeelig, met f^hgcypti*
fmalle Slippen. De Bloempjes , die op lange
Steeltjes, eenzaam, in de Oxels groeijen, zyn
blaauwachtig.
(2 1 ) Maluwe met een leggende Steng, vyf- xxr.
deelige driekwabbige Liniaale %Wortelbla- °r'
den; de Bloemjleelen langer dan de Steng- ^ yt°gtne'
bladen.
Aan de Kusten van de Middellandfche Zee
zou volgens den Ridder deeze groeijen , die de
Bloemen veel grooter dan de voorgaande, de
Bladen ftomper en de Steng van onderen bezet
heeft met veele eerst leggende dan opfcygende
Takken. Zy voert den bynaam naar den beroemden
T o ü u n e f o r t , die in zyn Vaderland ,
aan de Zeekust , deeze Maluwe met Oijevaars-
bek - Bladen hadt gevonden; doch Doktor G er
a r d
(20) Malva Caule erefto,Fol. pnlmatis clematis Sec. Jac<^_.
Hort. T. fis Alcea ALgyptia Geranii folio. Lipp. Ms.
(21) Malva Caule decumbente Fol. Kadicalibus quinque»
pattitis &c. Am. Ac ad. IV. p. 283- Malva maritima Gallo-
Provincialis, Geranii folio. Tournf. In ft. 98. Alcea minor.
Hkrm. Parad. 9. T. 9. Alcea tenuifolia humilis Gallopro-
fincialw &c. PLUK Alm. 13. T. 44. f. 4. GEB. Prov. 477*
U. Daxl. x . Stuk,