IV.
Afdeel
ex.
H oofd»
STUK.
Egaals
Veeliuyve’
ry>
IV.
Prenantbt
JbiUrolis*
Muuiig.
3 § 0 SAMENTEELÏG E KRUIDEN.
met brokjes der Bladep , daar aangegroeid. In
de Switzerfche Berg - Bosfchen is de laatfte,
die paarfch genoemd wordt wegens de Bloemen,
gemeen, zegt H a l ler. Hy noemt het
een fchoone Plant, wier Stengen zïg tot drie
en zes Voeten verheffen, de bovenfte Bladen de
Steng omvattende, allen glad en Zeegroen. Boven
komen hangende Bloemen, die als vyfbladig
zig vertoonen , 'wegens de v y f Blommetjes ,
daar zy uit famengefteld zyn en op dezelven
volgen lange, gefleufde, Ipitle Zaaden 9 met
ongefteeld Pluis.
(4 ) Kpikbloem met vyf Blommetjes, de Bla-
s den gefchaard.
T e Montpelgard vondt J. B auhtnus
deeze op de Muuren van ’t Kafteel, waar van
dit Kruid den bynaamheeft, wordende byhetn
genoemd Wilde Slaa der Muuren, met geele
Bloemen ; by anderen tot den Melkdiftel betrokken.
Het groeit door geheel Europa, hier
en daar, in Bosfchen, en komt in onze Nederlanden
ook by Zwol voor , zo de Heer de
G orter aantekent. Op vogtige plaatfen o f
in
f4) Prenanthes Flosc. qainis , Fo!. mncinatis. Ofd. Dan,
J09. G ouan Mcnsp. 4 IC. hall. Helv. 755. DALIB. Dar.
235. GpRT. Relg. zl z- R. Dugdh. 120 N. 1. Sanchus lae-
«ts Iaciniatus muralis , parWs Floribus. C. B. Pin. 114.
Spnchus Isvis fylv. guartus. Tab. p. 194* mihl P» St7* Son»
chus alter Fol. Hcderaceo» LOB. Sc. 230. Ls^Iuca tyly.
Muioium Flore luteo. J. B. Hifi. IX. 1004.