IV.
A fd se l .
XX.
H oofd-
«TUK.
II.
Leent o don
Buloo/uni.
Bollig.
III.
Auream.
Goudkieu
»S-
IV.
H Pß ilo.
Fiekbiadig.
O ) Paardebloem met langwerpig Eyronde,
eenigermaate getande, gladde Bladen , de
Kelken effen , de Bloemfteng van boven
ftekelig.
( 3) Paardebloem met gefchaarde Bladen , de
Steng byna eenbladig en fiekelige Kei*
ken
(4) Paardebloem met de Bloemfleng en Kelken
effen , de Bladen Lancetvormig getand,
. geheel effenrandig en glad.
Deeze drie groeijen in de Zuidelykc deelen
van Europa. De laatfte heeft Bladen van een
Voet laDg , met breede Tanden overhoeks ,
glad en groen. Deeze is een Jaarlyks,de tweed
e , met Goudkleurige Bloemen, een overbly-
vend Plantje der AlpifcheBergen. Dit heeft, zo
Doftor S c o p o l i aantekent, een ruigen o f
Pluizigen Stoel. Het eerfte is zeer klein, met
Bolf
i ) Leentodon Fol. oblongo - ovatis fubdentatis glabtis &c*
GoUAN Mor.ip. 41«. Chondtilla Bulbofa. C. B. Pin, 130.
Chöndr. alt. Diösc. Col. Pbyt. 11. T. 4. Chondr. pufilla
«larina lutea Bulbofa. Los. lc. 230.
($) Leontodón Fol. runcinatis &c. jACq, Vind, 268. HALL.
tUln. 740. T. 24. Hieracium alterum minus. C ol. Ecphr.
11. p. 31. T. 29. Andiyala Autea. ScoP, Am, z. p. 59.
(*) Taraxacum Cal. hiifutis Squamis reólis, Ha l l . Hel*,
inchoat. T. I. p. 24.* titulo Hieracium Alp. Fol. dematis
Flore magno. C. B.
GO Leontcdon Scapo Calyceque Ixvi &c. Dens Leonis gla-
her Scc. Mohis. Hiß, in . p. 75. Taraxaccnoidcs Chonciril-
1* glabro virenti folio. Va il l . Mem, J70.
S ï - N C E » E 3 1 591
Bolachtige knobbeltjes aan de Wortelen. Al- IV.
leo hebben zy enkelde Bloemftengen.
Hoofd-
(5J Paardebloem met gefchaarde ruuwe Bla- stu k.
den en fpitfe ruige Kelken. v.
Ltor.t&tbóK
Knobbelige Wortels als der Asphodillen heeft Knobbelig,”
-deeze Soort, die omftreeks Montpellier by de
gewoon e Paardebloemen groeit en naar dczelven
in gehalte veel gelykt. In de Velden van den
Heer R o m i e d , Lid van deKoniDglyke Sociëteit
der Weetenfchappen aldaar, komt zy menigvuldig
voor, veranderende met eenigszïns
Wollige Bladen en zeer ruige Bloemftengen van
anderhalf Voet lang. Somtyds heeft zy Li-
niaale effenrandige, fomtyds Piekvorrnig Via-
deelige Bladen. De Steng is eenbloemig.
vr.
(0>-Paardebloem met een getakte Steng> ge-‘feutttmK*'
fchubde Bloemjteelen en Lancetvormige ge- *Herfst»
lande, onverdeelde gladde Bladen. Moem-T
Dit
(iD Leoxtodon Fol. runcinatis fcabrrs &c. Gouan Mor.sp.
411. TaxaxaconoideS Chondrilla: folio hirfiito. V A IL L .
Mom, de 1 7 2 1 . p. 170. Dens Lecnis Asphodeli bulbulis. C.
B. Pin. 126. Chondrilla alt. Diosc. Monfpelienfum. Lob.
lc. 132. D. L. Monfpelienlium. Dod. Pompt. 636.
(6) Leentodon Caule Itamolo &c. Gqht. Belg. 223. Ft.
Suec. 629, 695. Gouan Monsp. 4iq. Crepis Fol. longis
dematis linearibus. II. Cliff. 386. Hietac. Chondriilae fa»
lio glabro, Radice fuccifA majus & minus, C, B. Pin.
127. Hieracium quartum et quimura. Don. Pompt. 6j 9,
L o b . lc. 2 3 7 . l ig . a l t .
B b 4