■ PfgHHIHfl 1
IV. Blommetjes plaats. De deelen der Vrugtrnaa*
Hoofd
STOK*
king komen voorts met die der Samenteeligen
overeen; de Zaaden zyn Rolrond, ruuw, met
een ongeftamd, Haairig, geelachtig Pluis,van
langte als de Kelk. De Stoel is bezet met kleine
Haairtjes.
Het Pardifium Capenfe, dat de Heer N. L .
B u r m a n n d s , uit het Kruidboek vanOn-
d e n l a n d , opgeeft en befchryft, heeft in ’t
geheel geen betrekking tot dit Geflagt.
R e l e n i u m. Honds - Oog.
Dit Geflagt heeft den Stoel wel in ’t midden
naakt, maar aan den rand Kaffig, enj het Zaadpluis
uit vyf Baardjes famengefteld. De Kelk is
enkeld , veeldeelig: de Straalblommetjes zyn
ten halve in drieën gefplceten.
x. _ Dus komt, als de eenigfte Soort ( 1 ) , een Kruid
Autumnak. voor, ’t welk Helenia met afloopende Bladen
Hertitfcb. ^oor (jen Ridder genoemd geweest, en als zodanig
befchreeven was , zyn de door T our *
n e f o r t Zonnebloem met Wilgebladen en een
gevleugelde Steng getyteld. Anderen noemen ’t
Chryfanthemum en Aftert waar uit blykbaar is,
dat
(l) Helenlum. Syjt. Nat, XII. Gen. 961. Veg, XIII. p.
639. Helenia Pol. decurrentibus. H. Cliff. 418. Ups. 166,
R. Lugib, i?o. Gron. Virg. II. p. 116. Chryf. Amer. pe-
renne. Moris. III. S. 6. T . 6 . f. 74. After Floridanus Xu-
teus caule Alato, Pljjs. x . 371. f, 4. Aft« Intern Alains,
CORN. Ganad, s*. T. S3,
dat de Geflagtnaam, hoe bedrieglyk ook, geen IV.
betrekking hebbe tot het Alantswortel - Kruid
voorheen befchreeven. Het is de Gevleugelde Hoo ^
geele Afler van C o k n u t u s , hebbende zyn eSTnir.
Groeiplaats in Noord - Amerika op vógtigeplaat* Fohg^”>u
fen. fnperfiua.
Zy gelykt naar de Kamille door haar Bloem*
die t’eenemaal Goudgeel i s , met de Baardjes
agterover o f nederwaards knikkende, zegt Clay-
ton , en langwerpige onverdeelde gefpitfte Bla-
den, flaauw Zaagtandig, tegens elkander oven
De geheele Plant heeft een aanmerkelyke bitterheid
; men achtze goed tegen anderendaagfe
Koortfen, Waterige plaatfen bemint zy en bloeit
in de Herfst. Daar komt eene andere Soort
of Verfcheidenheid van voor , die laageris
met dikke, ruige Bladen, zagt op ’t gevoel**
B e l l i s . Madelieve.
Hier is de Stoel Kegélvormig naakt; de Kelk
M f Kogelrond met gelyke Schubben : het
Zaad Eyrondachtig, zonder Pluis.
Twee Europifche Soorten kómen maar in dit
Geflagt voor , die düidelyk onderfcheideh zyn
haamelyk. 3 9
Bellis
^^pertsmis.
fi) Bellis Sc»po nudo. Syft- Nat. XII. Gen. 95i,
f 11' P‘ 64° ' GonT* & l£. 244. kram. A u ftr . 2J4, BeU
Scap. nudo unifloro. Mat. Mei, 40,. H. Chff. 4 « , Up',.
n» D iu ,, x . Stok. *ös*