Afpeel
XVII.
H oofd»
STUK.
XV
Sida Oeci-
Aentalis.
Westindi’
feite.
XVI.
.America»
Amerï.’
kaanfehe.
XVII.
Abutilo».
Indilche.
4® E fjjjKe i b r o e d e r i o e K r u i d e n .
Gepluimde kwam ook de Hartbladige en een
Eyronde, den Heer F o r s k a o h l in Arabie
voor.
(15) Hoorn - Heemst met Hartvormige eeni*
germaate gekwabde Bladen, uitgebreide
Stoppeltjes, de Bloemjleelen korter dan de
Bladjleelen en veelhokkige Zaadhuisjes.
fiö_) Hoorn-Heemst met Hartvormige lang*
werpige onverdeelde Bladen , veelhokkige
Zaadhuisjes, van langte als de Kelk, en
Lancetvormige Hokjes.
Vreemd is ’t , dat de Ridder de eerfle, die
in Amerika groeit, Westindifche , de andere,
die op Jamaika valt, Amerikaanfchegebynaamd
heefc. De Bladen van deeze zyn tweemaal zo
lang als breed, Zaagtandig: de Vrugten maaken
Blaasachtige Wollige Zaadhuisjes uit, beftaan-
de uit twaalf Hokjes die opwaards Lancetvormig
zyn , vervat in een Wollige Kelk.
( 1 7 ) Hoorn.Heemst met rondachtig Hartvor
(1$) Sida Fol. Cordatis fublobatis &c. Am. Acad. IV. p.
325. Abutilon Vefïcarium , Fl. Fru&iKjuemajoie non crispo.
DlLL. Elth. 7. p. 6. T. 6.
(16) Sida Fol. Cordatis oblongis indivifis &c; Abutilon
Veficarium Flore luteo inajus» Plum. lc. 1. X. 2 , njala.
(17) Sida Fol. fnbrotundo-Cordatis indivifis &c, Ghow.
Virg. 78. Gouan Monsp. 344* R. Lugdb. 349, H. Cliff.
345. A’thaa Theophrafti Flore luteo. C. B. Pi». 310. AI-
thsa altera f, Abutilon. Cam. Epit. «68, Abutilon. Dob.
Fmpt. 6}6. Althaea lnteis Floribus. Lob. U, 65;,
o N a d R & p h i a ; 4S
vormige onverdeelde Bladen, de Bloemflee- ^ jSjL
len korter dan het Blad, de Zaadhuisjes xvn,
veelhokkig met tmedeelige Hoorntjes♦ H°°FD*
Deeze Soort wordt gehouden voor het Abu-drJ£ya,i‘
tilqnvan Av i cENNA, e n naar dezelve zyn alle
die Heemstachtige Planten , welke een der-
gelyke Blaasachtige Vrugt , uit veele Hokjes
beftaande, hebben, door T o u R n e f o r t tot
een Geflagt van deezen naam betrokken. Het
heeft de geftalte vandeHeemst,en groeit byna
tot de zelfde hoogte als die, wordende door de
geele Bloemen inzonderheid daar van onder-
fcheiden; als ook doordien de Bladen niet overlangs
maar als hoekig en Schildachtig aan de
Steelen, die vry lang zyn, zitten. Men geeft
Je r , in de Zuidelyke Landen , den naam aan
van Baßerd*Heemst, Zy groeit in de beide
Xndiën,
(18) Hoorn ■? Heemst met Hartvormige onver- xjnr.
deelde Bladen , omgeboogene Stoppeltjes , Afiatiea.
lange Bloemfieelen , en veelhokkige rwigeAfiatiG:hc'
Zaadhuisjes, korter dan de Kelk zynde.
Deeze groeit in Oostindie ook tot eene aanmerf
is) Sida Fol, Cordatis indivifis , Stipulis reflexis &c.
Am. Aead, IV. p. 324. Abutilon Jnd. fl. luteo minore. Fl.
PSeyl. 520. Alceae affinis Abutilon di&a. Pluk. Pbyt. 126.
f. 5. Abutilon hirfutum. RumPH. Amb. IV. p. 29. T. 10. Be*
locroe. Hort. Mal. VI. p. 2. T. 4«