5ia Samenteelige KrüIBEïT.
ÏV. Bladen zyn gewapend met fcherpe Doorens»
xx. aan de hoeken van hunne infnydingen o f tan-
H oofd- den , en zeer Wollig. D e Bloemen zyn paarfch-
ST^ ?eaehtig van binnen, meteen bleekgeelaehtigeh
yeeiwyve-oï witten rand. Men heeft in Duitlchland aan
r> ééne Plant van dit Gewas , uit den Grond gegraven
, drie-en-twintig Stengen en aan de-
zelven op één naa tagtig Bloemen geteld. De
middelfte Steng, welke de grootfte was, hade
’ er tien. Men hieldt daar, het by zig draagen
van zulk eene Steng met drie Bloemen, voor
een Middel tegen de Sood in de Maag o f Pyn
voor Jt Hart
cJriina E verwortel met een veelbloemige Steng ,
Pyrenoiea. Bladen ajlooptnde en gefchaatd.
Pyren
«fch. o p de Pyreneefche Bergen aan de Spaan-
fche zyde komt 'deeze voor , die de Geftalte
heeft van den Ezelsdoorn , zynde een geheel
Wollig en ontzaglyk Doornig Gewas, met alle
de Doorens geel. De Kelken , niet zeer
groot, hebben losfe gedoomde Schubben , die
regtopftaan en rappig zyn, imal Lancetvormig;.
De binnenfte Schubben, die de Krans maaken,
zyn wi t , de Blommetjes paarfch. Met veel
Bloemen is Kroonswyze de Steng verfierd*
(7)
( * ) E P h‘ f o t . Cur. Nov. Tom. Iï. Ohs. 45. Misfchieft
zal de voorgemelde naam Cardopatbia, aan dit Kruid gegeven
, daar van afkomftig zyn.
Carlina Caule multifloro, Fol. decurrentibus mnclnatls.'
Caid, totnemolUsFyr,Spinofisiuuus, Florealbo.Bun?, XXI; a *
E # * a; 513
( 7) Ever wortel met een getakte Steng, de 1V>
Kelken op de kant gedoomd. Afdeel
XXm
Dus bepaalt de Ridder een Kaapfch Gewas HooFd*
dat ook de Bladen gedoomd heeft, en ’ t welke ! I ! n
hy achtte misfebien een Soort te kunnen zvü < * * *
Van het volgende Gelïagt o f van dat der Gop.
teria , t welk verfcheide Doornige Kaapfe Plan- Kaapfclu
ten inllüit; doch men moest het, zegt hy , nader
zien. Elders was van hem gezegd , dat het
éen Soort van Gorteria zy (*).
A t r a c t Ï L I W Straal kop.
Deezen naam, van ouds voor een Diftelmet
flekehge_ Koppen , die men Veld . Saffraan
noemt, m ’ t volgende Gellagt te befchryven
gebruikt, past de Ridder niet bneigèn toe 00
dit Geflagt, H welk wegens de Stekeligheid in
navolging van ’t Crocodüium van P l i n i u s
door Va i l l a n t Crocodilodes, als Krokodil*«
achtig, was getyteld. Het heeft de Bloemen
gekranst met vyftaüdfge Blommetjes, en bovendien
is de Kelk met ftekelige Bladen by uk*
neemendheid gekraald ; des ik het Straalkop ty-
tel. Het bevat de volgende Soorten. *
Cr !C tam0f° ’ CaL SPinis Am. Acad.
\ AfT‘ *6’ Carl,na P°IycephaIos , Polyacanrha: vulgari fi*
m,lrs iEthiopica. Pluk. Alm. t6. T, *73. f , 4, mala, ?
C*) Mant. alt. p. ^61.
K k
ïl. Deil, x, stuk;