ÄFDEEL«
XX.
H oofd«
STUK«
Eiaale
Veelvjyvtr>
i.
Hyoferi}
faetsda.
Stinken«
$e.
II.
Radiata,
Geftraalde,
heid zo digc bekleed zyn, dat men geen Aderen
kan zien. Het Kruid, uit de zelfde Land-
ftreek afkomitig, heeft de Bloemen taamelyk
groot en bleekgeel, waar op Wollig Pluis volgt
als in de voorigen.
H y o s e r i s. Zwynenflaa.
Een naakte Stoel; de Kelk byna egaal; het
Pluis Haairig en gekelkt, maakt de byzondere
Kenmerken uit van dit Geflagt, waar in negen
Soorten voorkomen, naamelyk
A . Met de Stengen naakt.
( I j Zwynenflaa met eenbloemige S te n g e t je s ,
Vindeelige Bladen en naakte Zaaden.
(2) Zwynenflaa met eenbloemige S teng e tje s ,
en gladde gefchaarde hoekig getande B la d
e n , die aan de tippen geknipperd z y n .
Van deeze twee verfchilt de eerfte, die op
de Bergen van Italië en Opper - Oostenryk
groeit,
(1) Hyo/eris Scapis unifloris, Fol. pinnatifidis, Sem. nu-
dis. Sy(l. Nat. XII, Gen. 916. p. 525. f'eg. XIII. p. 6oa
Gouan Mensp. 415. K ram. A u ß r . 233. Dens Leonis tenu-
isfirno folio. C. B. P'm, 126. Prodr. 62. Leontodontoidcs«
Mich. Gen. 51. T. 28s.
(2) Hyo/erit Seap. unifloris, Fol, glabris runcinatis &c«
G ouan Mcmp, 415, R. Lugdb. 127. N. 1, Dens Leonis
roiaor, Foliis radiatis. C, B. Pin. 129, Px.UK. Alm, 130. T.
groeit, door de Zaaden , die geen Pluis heb- IV.
ben, van de Paardebloemen. C o l omn a ^®“ 1 2'
uoemtze Stinkend Havikskruid. Michelius Hoofd-
heeftze zeer fraay in Plaat vertoond. De an-STüK*
dere, in Spanje, Languedok en Provence, op 1$ ? ™ *
de Velden voorkomende, heeft de Bladen aan
*t end Straalswyze verdeeld, waar van de
bynaam. Anders is zy byna van de zelfde gedaante.
TS) Zwynenflaa met eenbloemige S ten g e tje s ,
en byna V le e z ig e gefchaarde hoekig g e ta n• heida:
de Bladen. Glanzige:
In de Levant is deeze door T o u r n e f o r t
gevonden, die hy Griekfche Paardebloem noemt.
Dezelve heeft dikke Sappige glanzige Bladen,
paarfche Steelen , die wat langer zyn en hoekige
Kelken. De kant-Zaaden zyn naauw-
lyks gepluisd.
(4J Zwynenflaa met eenbloemige S ten g e tje s ,
ruuwe Bladen en gepluisde Zaaden. t Ruuwè.
Op
f3) Wyoferis Scap. unifl. Fol, runcinatis &c. Dens Leonis
Graecus, Fol. Eryfimi crasfis et fucculentis. ï o urn F,
Ctr. 3s.
f4) Hyofiris Scap. unifl. Fol. leabris , Sem. pappofls. H*
Cliff. 38«. R, Lugdb. 127. N, 3. Dens Leonis minimus
Fol. hirfutis &c. RAJ, Suppl. 147. Hieracium minimum
fupiaum, Tiagopogoni capitulis, BoCC> Muf, II, p, 1417,
3T. 10«.
Si. O s u . X. Spwsü
" si > - - _V. :