IV. Dus worden deeze beiden onderfcheiden, waaf
van eer^e Westindie , de andi-r in < lost-
Hoofd- indie groeit, zyn deeze laatfte de Zwarte Ca-
stuk. care van R ü m p h i u s , dus genaamd, om dat
nrknman- ^ rype Boonen zo zwart zyn als Git. Raauw
zyn zy , gelyk de Turkfche ßoonen, zeer on*
gezond en voor het Vee vergiftig ; doch men
kanze, door in Water weeken en opkooken ,
tot een goede Spyze maaken. De J avaanen roo-
ilen o f braadenze in de heete Aich en eeten ze
dan, als ’er het zwarte Velletje afgefprongen
i s , uit de Hand o f gebruikenze tot eenige Me-
dicyn.
v. (5) Slingerboon met Zabelachtige Haauwen,
Dolle hos qp Rug drie Kielen hebbende, de Zau-
Enfiformis. r 0 ... ■ , , ,
zabeiach- den met een Dopje bekleed.
tige.
Op Jamaika groeit deeze, die Zeer groote Bom,
met Zabelachtige Haauwen, en de groote Naad
wederzyds met een uitpuilende Rib, het Zaad
wit en in een Vliesje beflooten, van B rowne
en Sl o a n e getyteld wordt. Het Gewas fchynt
overeenkomftig te zyn met de Houw - Mes Bom
van R ü m p h i u s , misfehien in Oostindieover»
gebragt; als gekweekt wordende op Java ea
an-
( f ) Dolicbos volub. Leg. Glad. Dotfo tricarinatis, Sem*
Aiillatis. H. Cliff. }«o. Phafeolus furreftus major &c. Brown.
Jam. 291. Phafeolus maximus Sil. Enfiforrai, Netvis infig-
»i?ä &c. Sloan. Jam. 68. Hiß. I. p. 177. T. 114. !• 1 1 2 t
4. Lobus Machsroides. RumPH. Amb. V. p. 376. T. IJS»
f, 1. Bara Maieka. Hort. Mal. VIII. T. 44*
m ÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊ
Ï A D E L P H I *4?
andere Eilanden , om de Boonen tot Spyze te IV.
gebruiken. De Haauwen, zegt die Autheur, zyn
een Handbreed o f een Span lang , twee Duimen Hoofd-
breed, fchaars een Pink dik, plat, in eenige,TUK*
Bulten verdeeld, aan de kanten wat hoekig en &„?***
met fmalle Vlerken gezoomd. Ik heb ’er zodanig
eene van meer dan een Voet lang en anderhalf
Daim breed, een Vinger dik, en dus ge-
lykende naar onze grootfte Haauwen, die men
Slagzwaarden noemt; dertien Boonen bevattende.
Een andere van dien aart, welke ik heb»
gelykt volkomen naar een Halve Maan, bevat
zes Boonen, gelyk R üm p h i ö s van de zynen
ze gt, en heeft een krom Nageltje o f haakig
Puntje, gelyk de voorgaande Soorten. De ver-
fpreide verheven Rimpels, daar L i m n ^ d s
van fpreekt, zyn zeer zigtbaar in deeze.
Có ) Slingerboon met Vliezig vierhoekige Haau- vr.
K y Doüebof
WOn, tetragonolobus.
Behalve die zonderlinge gefleldheid der Haau-vlet hoekt
w e n , onderfcheidt zig deeze door haaren Knol-2'*
achtigen Wortel. Zy loopt by Stokken o p , gelyk
andere Klimboonen, en heeft de Bladen
glad, de Bloemen zeer groot. De groene Elaau*
wen worden aan Rukken gefneeden en gekookt
ga*
( 6) Dolkhos volub. Legum. Membranaseo - quadrangula-
tis. Lobus quadtangularis. Rumfh. Amb. V. p. 3?4* T. 133.
Purm. Fl. Ind. tso» An Lobus peregrinus Cartilagineu.s ?
C lus. Exot. Lib. 3. Gap. 9.