Afdeel»
XX.
H oofd»
s tu k .
XIX.
Cbryfan.
themura
Alilkfoliatum.
Duizend*
bladige.
XX.
Ei pinna-
tam.
Siberifche.
tandige Bladen , de Bloemjlraaien van
langte als de Schyf en leggende Stengen.
(ip ) Chryfanth met dubbeld gevinde getande
Bladen en leggende Stengen, de Bloem'
Jlraalen korter dan de Schyf.
Weinig verfchillen deeze beiden, waar van
de eerfte in Italië, de laatlle in Siberie groeit.
Deeze heeft ook den Stoel geheel zonder Kaf-
je s , en behoort derhalve hier. Beiden gelyken
zeer naar het Duizendblad.
Cao) Chryfanth met dubbeld gevinde, Zaag-
tandige Pluizige Bladen, de Bloemjlr aaien
korter dan de Schyf.
In kortheid der Straalblommetjes komt deeze
met de twee voorigen overeen, zo wel als
in het L o o f , welk echter meer naar dat van
Reinevaren gelykt, want de verdeelingen zyn
breeder en wederzyds Wollig, doch van boven
glanzig groen. Zy heeft insgelyks lange
Bloemfteeltjes met ééne Bloem , maar de
Bloemfchyf is grooter. Het geheele Kruid heefc
een
(19) Chryfanthemum Fol, bipinnatis Dentatis 8cc. Ahthe-
mis Millecolia. Sp. Plant. 1153. Achillsa Fol pinnatis &c.
m u i.. Ie. 6. X. 9, Pyr. Fol. duplicato- pinnatis 8cc. Gmel.
Sik. II. p. 207. T. 8«. f. 1 , 2.
(zo) Chryfanthemum Fol. bipinnatis Settatis Villotis &c.
Fyrethrum Foi. duplicaro • pinnatis, Pinnulis incifis , Pe*
dünculit unifloris, Gmel. Sik. II. p* zo;. T. 8;. f, 1.
h è
'«en Herken Geur van Averobn. Het groeit iü IV.
*t wilde ongevaar een Voet hoog. Afdeel.
xx.
t ï i ) Chryfanth met Vindeelige ïngefneedeb
Bidden , die uitwaards verbreedén; xx‘
In de Tuin • Ghryfanthen, dat Zaay - Bloemen
k yn , tot (ficraad dèr Bloemhoven, komen, als^HoS'
bekend i s , yerfcheidenheden voor, naar dat ieilde‘
de Bloemen hoogèr o f Zwavelgeel, bif wit en
geel bont z y n ; want de zodanigen telt mén
evenwel onder de Chryfanthen. Óok vallen ’er
met enke| Pypblommetjes , gelyk onder de A*
frikaanen. De enkelde, als bekend i s , wórden
weg gefmeeten > en men behoudt alleen die met
gevulde Bloemen. In het L o o f is naauwiyks
yerfchil. De Bladen zyn wel fyner oLgrover
doch gelyken naar die van de IVlaartel o f van
het Sc. JakoBs-Kruid: dat is , zy zyn langwerpig,
wederzyds Vinswyze verdeeld, hebbende
die verdeelingen ingefneeden. Daar kómen
wel voor, die het L oof ‘fyner gefnïpperd
hebben, doch dat de Bladen weezentïyk gevind
zouden zyn , o f met van elkander afgezonderde
Vinnen , ftróokt niet met de Afbeeldingen
Van
11
m
mm
f ix ) Chryfanthemum Fol. Pinnatifidis ïnclfis exrrOrfnra la«
tiotibus. ‘H. Cliff", 416. Ups. 263. R, Lugdk, 174. GOUAM
Monsp. 449. Chryf. Fol. Matricarix. C. IS. Pin, 134. Chry*
fenth. Creticum. C L u i Hiß. I. p. 334.. Moris. III. p. jtf.
S. 6 . T. 4. f. 2 , ï .
P ) Ik denk dat de vèranderirtg, tén opzigt van de ba-
paalirig , pinnatifidis m pinnatis , welke {Ren in Syfl. Nat,
B b b aan*.
Bj
II. Deel, X. Stuk.