nig Harftigs, hoewel men, onder ’t overhaaien *.
’ iets Kamferachtigs in de Hals der Kolf ge-
gevonden hebbe, dat een met vlug Zout famen-
egegroeïde Olie zal zyn geweest. Gemeenlyk
,
wordt het Afkookzel gebruikt of ’c Aftrekzel
met Wyn , o f ook de Wortel zelf, gekonfyt
zynde. Het is een voortreffelyk Maagmiddel >
dat insgelyks tegen Borstkwaalen zonder Ont-
fteeking dient, neemende den Hoest weg. Ook
doodt het de Wormen en zet de Stonden af.
Uitwendig kan men een Papje van den frisfchen
Wortel gebruiken als een Schroeimiddel. Door
kneuzing , weeking in P is , met byvoeging van
Potafch, enz. heeft men ’er een bïaauwe Verw
uit getrokken (*).
Afd e e l ,
xx.
H oofd.
STUK.
Overtollig
V?elwyv!«*]*
II. 7r.ul»
~ odora.
Ruikende*
( a) Alant met omvattende getande zeer ruige
Bladen; de Wortelbladen Eyrond; de Steng-
bladen Lancetvormig j de Steng met wei»
nig Bloemen♦
Deeze Soort gelykt naar de voorgaande
zeer , doch is maar een zeer klein Plantje,
naauwlyks een Voet hoog, dat in Apulie by
Napels, als ook in Provence groeit.
(3) Alant
P ) HALL. Ildv, inch o at. I. p, jr .
(* ) Inula Pol. amplexicaulibus Deutatis &c. Aflet lqteus
Radice odora. C. B. Pin. 2(56. Aftetis alt. Sp, Apula. COL.*
Ecpbr. t p. 251. T. z$i. Conyza alt. Apula. JMojris. III.
s. 7* T. ïl. f". 6.
(3^) Alant met omvattende, langwerpige effen- IV.'-
randige, ruige Bladen, de Steng Haairig^F£?EL*
met een Bloemtuil. , Hoofdstu
k*
Onder den naam van Wollige Oojlenrykfe Co- hS
nyza vindt men deeze geboekftaafd en doo$
C l u s iu s als de derde der Ooftenrykfen af-cbruu. *
geheeld. Van waar zy den zonderlingen by-oog. '
naam hebbe, komt my duifter voor. De Groeiplaats
is in Ooftenryk by Weenen, als ook in
*t Badenfche, by de Badftooven.
(4} Alant met omvattende Lancetvormige Zaagt iv.
tandige onderfcheidene van onderen Pluizi-f™ttannt~
ge Bladen ; de Steng Takkig opgeregt en Tandige*
ruig.
(5 ) Alant met omvattende Marïvormig lang-Dyj^'ter^
werpige Bladen; een ruige gepluimde Steng :*«.
de Kelkfchübben Borjlelig. Dec-Roo!oops*
(}) Inala Fol. araplexicaul, oblong, integr. hirfutis &c.
GouAN Monsp. 444. A fle t C au le fuperne R am olb S&. H.
CUf- 407. Conyza Pannonica Lanuginofa. C. B. Pin. 265.
Moris. III. S. 7. T. 19. f. t . Conyza 3 Auftr, C lus. Pam.
3 25. Fig. ad calcem.
(4) Inula Fol. amplexi - caul. Lanceolatfs &c. Fl. Suee. II.
N. 7j5. Oed. Dan. 413. Conyza Paluftris iepens Bri-
tannica difla. Moris. III. S. 7. T. 19. f. 8. g Conyza
Aq. Aftetis Flote Aureo. C. B. Pin. zee. froir. 124. Bri-
tinnica Gesneri & Lugdunenfium. L ob. Ie. 293,
Cs) inula Fol. amplexi - caul. Cordato- oblongis.&c. Gort.
Belg. 1 4 |- GOUAN Monsp. 444. O f.d . Dan. 4 io ..A fte r F p l.
fenai. ampl. o b lo n g is .& c , Fl. Suec. 69b, 757. DAL* Paris.
X x f z6o.
H, Pi e l . x . Stuk.