IV. ’ in de Afbeelding van G m e l i n niet te vinden
zyn , zo H a l l e r wel aanmerkt (*J. De
Hoofd* Bloemen van deeze zyn breed geftraald en ge-
s tü k . lyken veel naar die van ’ t gewoone Helenium
of Alantswortelkruid.
m i. ( 13) Alant met ongejleelde Lancetvormige omfata*
gekromde, e eniger maat e Zaagtandig ruwwe
' Ruige» Bladen; de Steng rondachtig en wat Haai'
rig; de onderfte Bloemen verhevener.
Deeze heeft de Bladen wederzyds ruig door
rosfe Haairtjes, gelykende voorts naar de voorgaande
ze er, maar de Kelk is als gebladerd,
welk laatfte ook in eene Veroneefche GeeleAJler
fchynt plaats te hebben. De Groeiplaats is in
Beijeren, Vrankryk en Siberie.
xiv. (14) Alant met ongejleelde Lancetvormige eeni'
germaate Zaagtandige Haairige Bladen;
landfe. jjyna eenbloemige iets Lymerige Steeltjes,
met J'malle Blaadjes.' Dee-
(* ) Helv. inchoat, I. 31. N. 75. Zyn Ed. heefc billyk de
aanhaaling der Plaat uit G melin , die niet 57 maat 77 moet
Syn en welke in ’t Werk zelf fout is , te regt gebiagt.
(13) Inula Fol. fesfilibus Lanceolatis tecutvis 8cc. Aflet
luteus hirfuto Salicis folio. C. B. Pin. *66. Aflet 3. Panno-
nicus Clufii luteus , Fol. hirfuto. J. B. Hifi. II. p. 1047.
Confei, Aflet Conyzoides odoratus luteus. Skg. Ptr. II. p.
i t f . 8c Pluk . T. 7S. f. 4. hem, Cam. Epit. 907.
(14) Inula Fol. fesfilibus Lahceoiatis fubfêrratis 8cc. Aflet
{uteus Mamnus 8cc. Pluk» Mant. 30. T. 340. f. 1» Aflet
^aiolin. pilofus &c«MiLL, üitf, T . jó.
Deeze Noord-Amerikaanfche is geheel be-
zaaid met zagte witte Haairtjes: de Bloemen
bepaalen Tuilswyze de Steng , maar derzelver Hoofd*
Steeltjes zyn bezet met gefteelde Kliertjes. STüK*
/
(15 ) Alant met ongejleelde Lancetvormige om- ^
gekromde ruuwe Bladen; de Bloemen eeni-m'a„iCa, .
germaate gebondeld* ©uitithe.
( lö) Alant met ongejleelde Liniaale, gefpitjle xvr.
geribde gladde verfpreïde Bladen; de Steng
. byna eenbloemig. Wadige.
(17) Alant met Liniaale Pleezïge driepuntige xvir.
Bladen.
Driepunt
Van deeze drie is de eerde in Duitfchland flSe.
vry gemeen en valt ook in Siberie: de tweede
in Neder -Ooftenryk; de derde aan de Zeekusten
van Engeland, Vrankryk, Portugal en Spanj
e , zegt LiNNiEus . Deeze heeft de geftalte
van de Zee- Venkel» ten minfte wat het Loof
aan-
U s ) Inula Fol. fesGlibus Lanceolasis reeurWs (cabris See.
After Foliis Lanceolatis &c. Gmel. II. p. ig i, T. 78. f. 1.
Conyzæ affinis Getjnanica. C ’ B. P in , a66.
(16) Inula Fol. fesfilibus Linearibus acutninatis &c. After
Montanus Saxatilis luteus &c. Boçc. Mus. 1, p, 31. 7 ,
After luteus Linaria: rigido giabro folio. C. B, Pin. *«7.
(17) Inula Fol. Lin. Carn. tricufpidatis. G .ou a N Monsp•
445. After Flore terminait &c. H. Cliff. 409. R. Lugdt.
168. Çrithm. Maritimum Flore After». Attirai. C. B, Pin.
288. Crithmum Chryfanchemum, Doo, Pempt, '706. Litte*
teum Chryfanth. Los. le, 39;.
Yy
11. Dï f t . X» STUK,