IV. panfche overeen te komen, waar van ik de Af*
Aï v i i ï ‘ beelding in FiS- op Plaat LX11I. gegeven heb.
Hoofd* Dat dezelve een flingerend Gewas z y , is uit de
stok. gcftalte van den Tak , dien ik daar van heb,
Jge?man' met Knietjes voorzien en in Leden verdeeld,
niet waarfchynlyk.
Kaapfche. De Heer N. L . Burmannus geeft een
Soort op, onder d eKaapfe Planten, die de Steng
overend Baande , met Knietjes en geftreept
h e e ft , de Baauwen famengedrukt, plat en de
Bladen Eyrond Lancetvormig (*).
xv. (15) Klimboon met een opftaande Steng en
Th&^Uro- Klootronde Zaaden, zwart genaveld.
fpermuSm 't
Rondzaa- De Kogelronde Boontjes, wit van Kleur met
dlße‘ een zwarten Navel , onderfcheiden deeze, die
onder den naam van Caravances op Jamaika en
in anderen deelen der Westindiën, na ’t Regen -
Saizoen, gezaaid worden.
D o l i c h o s . Slingerboon.
In dit Gefiagt heeft de voet van de Vlag
twee evenwydige langwerpige Eelten, die de
Vleugels van onderen famendrukken.
Het bevat eenentwintig flingerende o f -zig
omwindende en v y f overend Baande, byna alte-
maal uitheemfche Soorten, als volgt.
CO
£*) Phafèolus Capenfis. Fier. Cap. Prodr, p. ar.
(15) Thojeolus Caule ereólo, fern. globofis &c« BROWN.
Jam. 292. Fhas. erfdtus minor , fein. Sphzrico albo &c»
SLQAN. Jam. 72. Hiß. I. p, lg ;. T. I 1 7 . f i , 3.
f i ) Slingerboon met Haauwen als Houwmes-
Jen , de Zaaden Eyrond met een geboogen
Navel aan *t end. Hoofdstu
k .
In Egypte groeit deeze , Lablab genaamd , Do];ches
die 'er, volgens A l p i n u s , een Boomgewas habiab.
maakte, dat honderd Jaaren en langer in ’t leven fch^ yptl'
b leef, zynde geduurig groen. De Boonen, in
lange breede Haauwen vervat, waren zwart o f
rood , en dienden tot Spyze , wordende het
Afkookzel met Saffraan , tot Borstkwaalen ,
verwekking der Stonden en Waterloozing, gebruikt,
Ook fpeelde het Gemeene Volk mee
deeze Boontjes; waar van de naam , (dewyl
Laab by de Arabieren Spel betekent,) zoV e s -
l 1 n g t u s oordeelt, afkomftig kunnen zyn.
De Heer H a s s e l q u i s t , die in Egypte
waarnam, hoe men dit Gewas aldaar tot be-
kleeding van Afdakken, Prieelen en Gaanderyën
in de Tuinen en aan de Huizen gebruikte, merkt
aan, dat hetzelve aldaar van buiten fcheen in-
gebragt te zyn, misfehien uit Indie over Europa
: aangezien men hetzelve ’e r , in de Landtaal
, Ful Frangi, dat is Europifche Boonen ,
noem-
(1) Dolichos. volubilis , Legutn. ovata - Adnaciformibus
&c. Sy/l Nat. XII. Gen. 867. ,p. 482» Veg. XIII. p, 547.
R. Lugdb. 368. OoUAN Mtnsp. 365. H♦ Ups. 214. Has»
SiXQ- lün. 483. Phafèolus /Egyptiacus nigto Semine. C. B.
Pin. 341. Tournf. /«/?. 414. Phas. niger Lablab. Alp.
*£gypt. 74. T. 75. VESLINC. p. 27.
12. D u t X» Stuk,
S N H