tweefnydende Stengen en flompe doorfchy•
nend geflipte Bladen.
Dit is het gemeene S t . J a n s K r u id , in de
Apotheeken by den naam van Hypericum bekend
, dat men in ’c Ëngelfch ook S t . J o h n s
Wart , maar in ’t Franfch M illep er tu is noemt,
om dat de Bladen met een menigte van Gaatjes
fchyoen doorboord te zyn ; weshalve het
ook Perforata en Porofa is getyteld. Die door*
fchyncnde Stippen, nogthans , zyn flegts Olie-
blaasjcs. Eenigen hebben het Fuga Deentonum
en by ons Landvolk J a a g t den D u iv e l geheten,
om dat het tegen Öpftyging, Benaauwd-
heden en Zenuwkwaalen , die de Menfcheö
fomtyds als bezeten maaken, dienftig is.
Het Kruid , dat op Akkers, Velden, aan de
Wegen en in Bosfchen , zo by ons als door
geheel Europa, van zelf groeit, komt ook veel
in de Tuinen voor, en is iedereen bekend. De
Bloemen zyn geel, doch aan ’t end der Blaadjes
met zwarte Stippen befprengd; gelyk ook
ieder Bondeltje van. Meeldraadjes een zwart
Kliertje heeft. Dit alles ontftaat uit de overvloed
van Olie of welriekende Gom - Harst ,
naar Terbenthyn gelykende, die het Mtvek/el
der Bloemen in Wyngeest rood kleurt, hoewel
zy ook afgeeft in Water. Door Defcillatiekomt
uit
4">2. R. Lu$db. 474. HAU. ILlv. <>30, Hypericum vulgare,
C. 3 . Pitt. ayy. Hypericum. Dod. tempt. 76. LOB. Ic. 398.
P o t ï A B ï I , PH l A. 337
uit een Pond der Toppen van dit Kruid
men meest gebruikt, wel een Once Olie, H
de Wortels geeven een zuuren Geest-, als Ho-Ho^fd
nigachtig. stuk.
Het St. Jans Kruid wordt gehouden voor een
uitmuntend Wondmiddel,inzonderheid de Olie,
welke op de Bloemen gedaan heeft; die, niet
rans geworden, ook zeer dienftig is tot Brandsteden.
die IV.
pn Afdeel'
XIX.
Als een Geheim hebben fommigen die
ie, met het uitgeperüe Sap gemengd, voor
een J ondbalfem uitgevent. Inwendig wordt
Bet Aftrekzel der Bloemen als T h e e , tot ver-
zagting van de fcherpheid der Vogten, en om
deKwetfuuren der Ingewanden, in Bloedloop
en andere Vloeijingen, te geneezen , zeer geroemd.
Eenigen hebben ’er Koortsverdryvende
kragten aan toegefchreeven. De Ouden achtten
het St. Jans Kruid openende en Pisdryven-
de. B oe RH a a v e heeft uit deszelfs gebruik
een heefchheid zien ontflaan in de Keel. Daar
beerfcht, naamelyk, een fchefpe bicterachtige
Smaak, zeifs m de Bladen, en het Afkookzel
IS Wormdoodende. Het Zaad is meest famen-
trekkende. Droog geeven de Bloemen aan Wol
die van Aluin dóórtrokken i s , een taamelyk
Ichoone geele Kleur. Het Aftrekzel en Afkookzel
der Toppen wordt, als men ’er Koperroot
in doet, groen (#),
( a a j
p' '• ‘“m Rai,ï * - •
v
n. Dsel x, stuk