IV.
[Afdeel;
XVII.
H oofd»
STUK.
Veelman-
ntge.
Ié
Althéa
Öfficinalis,
Gemeene*
-f8 E N K E t B R O E D E R Ï G E K r Ü I D EHJ
A l t h é a . Heemst,
Een dubbelde Kelk, waar van de buitenlid
in negenen gedeeld, en verfcheide eenzaadige
Zaaddopjes, maaken de Kenmerken uit van dit
Geflagt, waar in maar vier Soorten begreepen
zym
( i ) Heemst met enkelde Wollige Bladen»
Deeze Soort is de Gemeend Heemst, die iti
veele deeleü van Eüropa aan Beekdn en by ons ,
inzonderheid in Noordholland , aan de kanten
van Slooten, Vaarten en andere Wateren groeit.
Men noemtze in jt Latyn Althcea Of Ibiscus,
waar van ’t woord Ibifcti by de Duitfchers afgeleid
is; in ’t Franfch Guimauvë, in’tËngelfcfi
Mars - Malloïïs , als Moeras - Maluwe; gelyk
z y , in ons Land, ook Witte Maluwe genoemd
wordt, wegens de witheid van het L o o f, doch
gemeenlyk Heemst o f witte Heemst.
Met ftevige Stengen, van twee Ellen ên hoo-
ger, fchiet dit Kruid op en pronkt met zyne witachtige
Bladen, waar van de onderften kwabbig*
Lancetvormig, Zaagtandig; de bovenften hoekig
( l ) A lth éa Fol. fimpliclbus tornentofïs. Sy/l. Hat. XII»
Gen. 839. p. 459* Veg. XIII. 318. Mat. Mei. 338. GORT.
Belg. 200. Oed. Dan. j 30, KRAM. A uflr . 205. Ger. Prov.
478. GOUAN Monsp, 345. H. Clig. 348. R. Lugdh. 357.AI*
thaea Dioscoiidls & Flirtii. C. B. Pin. 315. Alrhxa ibiscafs.
DOD. Pempt, ess- I.OB. Ic. 633. Althsta. CAM. Epit, 667,
0 é Althaea laciniato folio. C. B. Pin, 316.
kigj zym In de Qxelen draagt het, op korte IV; 1
Steeltjes, groote Klokvormige Bloemen, me tA| y f ,^
uitgerande Bloemblaadjes, wit of bleekrood van Hoofd-
Kleur, jn ’t midden een Stander hebbende, metSTlïK*
Meelknopjes beladen. De Vrugt komt nagenoeg
overeen met die der Kaasjesbladen.,
Van ongemeen gebruik zyn de Wortels Van
dit Kruid, die men Heömstwortels noemt, als
bekend is , in Borstkwaalen; als ook tegen d é
Pynen van het Zydewee en Graveel; wordende
hetzelve o f in Afkookzel, o f in Syroop, o f de
Koekjes daar van gemaakt, st zy op zig z e l f ,
o f met andere dergelyke Middelen ingegeVen.
Het Slym , naamelyk , derzeiven is by uitftek
Verzagtende, zo in- als uitwendig. Dus komeii
.de Bladen ook , onder den haam Van Bismalva,
als de dubbelde kragten der Kaasjesbladen hebbende,
in rypmaakende Pappen en de Konfeïf
der Bloemen is van dé zelfde natuur.
(2) Heemst met de onderjle Bladen Païmswj- iï.
ze verdeeld, de bovenften tenger achtig, CanrLtfnd,
w Gévinget*
. De verdëeling der Bladen onderfcheidt deeze, de*
die in Hongafie en de Zuideiyke deeïen van Europa
natuurlyk is , groeijende meer dan Mans
langf
i ) Althéa Fol. iiiferitftibuS paliriatis, fnpetioribus digito
s . Ger. Prov. 478. GOUAN Monsp. 345; JACQ. *W ,
824. H. Ups. 20j. Alth. Fol. compofïtis fcabris. R. Lugdh.
3J7- Akea Cannabina. C. B. Pin. $16, Alcea Fruticofa
Caiinabino folio. Clus. Hijl. lt. p. 21.
D
IX. t Ü L X. StUK.