lV, ker groen» De Bloemen zyn paarfch, en hcfc
Afdeel» p|uis js Haairig, in de laatfte Soort, die de
Hoofd« Steng met paarfche Streepjes heeft.
* * * * Met vyftien en meer Blommetjes in
de Kelken.
xvi.
Euputtm
tiara pcr-
foliatum.
Door*
bladig.
XVII,
Codefiiy.
wm.
Blaauwfcloemig.
XVIII.
AromatU
gum.
Kiuiderig.
XIX.
Ragojam.
Rimpelig.
XX.
O d o ra tam .
•welrie*
kend.
(16) Leverkruid mei famengegroeid • doorhla*
dige Wollige Bladen.
( 1 7 ) Leverkruid met Hartvormig Ëyronde
Jlomp Zaagtandige gejteelde Bladen en veel•
bloemige Kelken.
( 1 8 ) Leverkruid met Ëyronde ftomp Zaag*
tandige gejteelde drieribbige Bladen en een*
voudige Kelken»
Ct9) Leverkruid met Eyronde Zaagtandige
gejteelde Bladen en gladde Stengen.
( a o ) L^erkruid met driehoekige , aan den
voet,
(16) E a p a to r ium Fol. conftato - perfoliatis tomentofis, H.
Cliff. Ups. R. Lugdb. 1 s6. Gron. Virg. iip . Eupator. Virg.
5alvi* foliis &c. PLUK. T . 87. f. 6.
(17) Eapatorium Fol. Cordato - ovatis &c. Gron, Virgd
119. Eupator. Scorodonis folio, pi. coeruleo. D ill . Elth.
n o . T. 114. Fig. 139. Pluk. T. 394, f, 4. Gouan Monsp. 430.
(l?) Eapatorium Fol. Ovatis obtule fercatis &c. G’ron.
Virg. 120. Eupat, Valetianoides Floie niveo , Teuciii foliis
6cc, Plu k . T. 88. f. 3»
(19) Eapatorium Fol. Ovatis fërratis petiolatis Sic. Eupat.
Tol- ovato - Cordatis rugolïs. Gron. Virg. 120. Valer. Urticat
folio, Tlore albo. Corn. Canad. 20. T. 21. Ageiatum aitis-
fonum, Sp. Plant. 117«.
(ao) Eupattrim Fol, Deltoidibus &c. Eupat, odoratum
kir.
voet getande, van onderen Wollige Bladen IV»
en veelbloemige Kelken. Fxxft<l
, HOOFD»
C21) Leverkruid met f mal - Lancetvormige drie- tuk.
ribbige. iets Zaagtandige Bladen; de Kei • xxr.
• 0 , iT i • • ■ Eupdtê*
ken rappig en veelbloemig. riant Ivi.
folium
■ Van deeze zes groeijen de vier eerden in sraaibla-
Virginie en andere deelen van Noord-Amerika,
de twee laatden in de Westindiën. Het Door*
bladige is in deEuropifche Kruidhoven bekend ,
het Blaauwbloemige te Montpellier. Het Krui-
derige, dat Sneeuw witte Bloemen heeft, verfchilt
van de overigen, dooreen ongefchubden Kelk,
zo wel als ’t Rimpelige, dat ik dus genoemd
heb in plaats van Allergrootst , welke benaa-
ming voor de Tiende Soort reeds was gebruikt;
terwyl het ook de Steng maar ruim een Elle
boog heeft, ’t Is aangenaam van Reuk, gelyk
het volgende, dat daar van den Bynaam voert,
en het laatde gelykt naar het Hyfopb'adige
voor heen befchreeven. Ik bezit thans hei Chi-
öeefche en het Witte uit Japan.
A g e r a t u m . Geurkruid.
Een naakte Stoel ; een Zaadkuifje van v y f
Baardjes; een langwerpige byna gelyke Kelk
en
hitfutum. Brown. Jam. 313. Eupawiia Conyzoides. Pluk.
T. 177. f. 3.
(21) Eapatorium Fol. angufto * lance»Utig KuWtVÜS &C.
ffm. Ac ad. V. p. 4°I.