ÏVr De verwarring werdt in dit Geflagt vermeer*
öerd, door dien het Loof zagter of ruuwer
H oofd- voorkwam naar den Grond en Groeiplaats, ’t
*tuk. welk jnz0nderheid. plaats heeft in deeze Soort,
ruivqw- tot welke , ten dien opzigte , aanmerkelyke
ry' Verfcheiden heden behooren. Zelfs is die Sonchus
, welke men met reden Ruïiwe genoemd
heeft, als'zonder Bloem volftrekt naar fommi*
ge Difcels gelykende , daar toe zo wel betrek-
kelyk , als de geheel Zagte Sonchus der Au-
theuren, by ons Haazen- Latuw, by de Fran-
fchen Laitron o f Laiferon, by de Duitfchers
Hafenkohl en fomtyds ook Melkkruid of Melk*.
Dijiel genaamd. Dit alles drukt de hoedanigheid
uit, als een Plant naar de Endivie, Salade
en andere Moeskruiden gelykende , in plaats
van welken zy gebruikbaar is en ook van fom-
migen gegeten wordt. Haar Melkachtig Sap
heeft niets nadeeligs. Men wil ze lfs, dat de
Griekfche naam , Sonchos, van deszelfs heilzaamheid
afkomftig zy. De Romeinen noemden
het Kruid Cicerbita, als overeenkomftig met de
Suikerey. In de Tuinen is het, om dat het zyn
Zaad zo fterk verfpreidt, een laftig Onkruid. v
Zo wel de Ruuwe als de Zagte Ganzen Dis-
tcl groeit dikwils een Elle h o og, en heeft
Takkige holle Stengen, in de eerfce bezet met
gladtchus
I*vis minor. Tabebn. h . 190. y . Sonchus asper Ia-
ciniatus et non laciniatus. C. B. Pin. 124. Sonchus asper,
Doo. Pcmpt. 64}. Lob. U. 234. Loes, Pru>f. T. 77, 78.
gladde gedoomde, in de andere met gantfch IV.
;edoornde zagte Bladen. Deeze zyn breeen
ong _
der, fmaller, met weinige o f geene, o f met Hoofd?
diepe infnydingen. Van boven maakt de StengSTUK*
als een Kroontje van Bloemen , die doorgaans
geel, doch ook fomtyds wit zyn , zig na den
Middag fluitende ,c f ïamentrekkende (*). Het
Pluis der Zaaden vertoont zig door ’t Mikros- ■
koop, als bezet zynde met kleine Haakige Doorntjes
v.
Sonchus
tencrri-
mus.
Cf),
m Melkdiftel met Willige Bloemßeelen
Haairige Kelken.
mus*
(d) Melkdiftel met naakte Bloemßeelen , ge- zeer
pluimde Bloemen en rappig uitgehoekte VI"
Bladen. p w «-;.
Fyre-
(7) Melkdiftel met gefchubde Bloemßeelen
getroste Bloemen en rappig uitgehoekte Aip&ut.
Bladen. D e Alpif(fee*
<*) Excubias Flora: agir.' ab Horä 6. f. 7 , in 11. f. 12.
antemeridianam. Flor. Suec. II. p, 269,
( f ) BoNANN. Microgr. p. 77. f. 94, 99,
( s j Sonchus Pedunc. tomentofis , Cal. Piloïïs. GouAlJ
'Monsp. 407. Sonchns lsvis tcnuisfime divifus. C. B. Pin.
124, Prodr. 61. Chondrilla lutea. J.B, Hiß. II. p. 120.
(6) Sonchus Pedunc. nndis, Flor. Faniculatis 8cc. Laftuca
Alpina glabta Acanthi folio. Va il l . Mem, 1721. p, zoo.
Monn. Oh. 157.
(7 ) Sonchus Pedunc. Squamofis &c. Kram. Auflr. 229.
GouAn Monsp. 40g. Oed. Dan. 128. gp. i. H. Cliff, 3»$.
Sonchus Lapp. altislïtnus Flor. cocruleis, Fl. Lapp. 290, Fl,
Succ. 644, 089. Sonchus ccmlew, Cam. Epit, 281,