IV.
A f d e e l ,
xx.
H oofds
t u k .
Egaate
VeeLvyjvsr
b
of op allerley woefle plaatlen, voorkomende,
is niet zeer kenbaar, om dat het de Bladen
ruig of glad, weinig of veel ingefneeden, ook
breeder of fmaller heeft. Zelfs acht de Heer
H a l l e r het zeer naby te komen aan het
Stinkende , den Reuk alleen uitgezonderd ea
dat het dikwils hooger groeit. Het Raap»
bladige van B a u h i n u s , voorgemeld, zegt
hy van verzekerd te zyn, dat een zelfde is,
Men noemt het hier te Lande W ild e Suikgrey>
dewyl het in Geftalte naar dezelve , of ook
naar de Condrille, gelykt. Hetzelve komt by
deeze Stad en om Utrecht op vogtige plaat-
fen voor, doch fchynt te verfchillen van dat
gene, ’t welk in Sweeden gemeen is op alle
Daken en dorre plaatfen , daar naauwlyks au-
der Onkruid groeïjen wil. Zie hier wat de Ridder
van deeze Soort zegge.
„ Geene Plant is gemeener dan deeze, gee-
,, ne meer in maakzel en gedaante verander-
,, lyk t geene meer verward met gelyknaami-
3, gen. In een vrugtbaarer vetter Grond komt
„ het Kruid voor, gelyk het van T aber-
„ n e m o n t is afgebeeld; doch in een mage-
„ re Grond, of naauw beperkt, een Voet
„ hoog 3 met Liniaale Bladen als van Herts*
,, hoorn , die eenigermaate getand zyn , of
,, maar een Handbreed hoog, met Bladen als die
3, der Paardebloemen gefnïpperd’’ ( * J
( 12)
(*) ’t Is zeker dat de Afbeelding van Lobkl , hier, z»
(12) Hondsbloem met 'gejehaard Vindeelige IV.
ruuwe Bla d en, die aan den V o e t van boven
getand zyn^ de Kelken gedoomd.
A fd eel .;
xx.
H oofd«
STUK.
De tweejaarigheid onderfcheidt, volgens den xir.
Crepis Ridder, deeze, welke zyn Ed. in het gedeelte
van Sweeden, dat men Schoonen noemt, over-
vloedig vondt. Zy heeft de Steng, zegt hy,
hoekig, ruuw. maar broofeb. van eens Mans
langte of vier Voeten hoog. De Kelk is overlangs
gedoomd met zagte Stekeltjes, en ge-
fleufd. Zy groeit in andere zelfs in de Zuide-
lyke deel en van Europa , doch of zy tot de
voorgaande betrekkelyk zy , is duifter. Ver-
fcheide gelyknaamigen van deeze heeft H a l -
l e k daar t’huis gebragt, in *t byzonder het
R a k e tb la d ig , ru ig Havik skruid van J. B a u *
h i n u s , masr een Voet hoog, welks Afbeelding
of befchryving door L in n j i o s gezegd
wel als die van Dodoneus, door my op ’t Gezag van den
Heer bs Gorter bygebragt , naar die van Taberstemont
wel wat gelyke, doch de laatfte verfchilr te zeer en in beiden
komen de Kelken, die by den laatften goed zyn, niet
met dit Geïhgt overeen.
(12) Crepis Fol. mneinato * pinnatifidis fcabris &c. Gouaw
Monsp, 414. Gort. Ingr. n j , Fl Suec. II. N. 706. Crepis
Scanenfis. It. Scam 171. Hier. maximum Chondrill® folio
afperum. C. E. Pin. 1V . Prodr. £4. Hier. Erac* folio
hirfumm. j. E. Hifi. II. p. lo u . tene. Hieracioides Fol.
variis fubasperis, Caule altisfimo foliofb unifioro. Ha l l .
fltlv. 751.
Dd 4
j