IV; (1) Schoonkruid met meest drie gefieelde Blos*
Afdeel, men # Bladen Eytond langwerpig , fc*r
H o o fd * Zaagtandig, gejteeld.
T> ( i ) Schoonkruid met famengehopte Tuiltjes 9
CaUaJa- zeer lange Bleemjleeltjes , Lanceivormige
priebioe* Bladen • de Steng Kruidig♦
II« fo') Schoonkruid met byna gepluimde Bloe•
men , AorJe » e « , naakte Zaaden es
^raaibia- Eyrond- Lancetvormige gefleelde Bladen,
Amkus. ( 4 ) Schoonkruid met een laag - Heefterige
riuim- 4e TflMe» f r p a gepaard en hoekig.
Van deeze vier zyn de middelden Kruidig ,
Bezem- j g anderen Heefterig en de laatite * die v
SC,“ ‘S‘ naar 't Spartium gei jkt , heeft zeer kleine
Blaadjes,
S a n t o l i n a * Cypreskruid.
Dit Geflagt heeft ook een Kaffigen Stoel,
docfe
(1) Calea Flor, fubternis peduncutatis &c. Sy/l. Nat. XII.
Gen. 9+1. XIII. p 616. Santolina JamaleUnfis. Am.Acad.V»
Nto4. Santo'ina fubhirfoa , Fol. ovatis &c. BBOWN. J<*«i. 3iJ.
(2) Calea Corymbis congeftis &c. Santolina oppofiufoli*»
Am. Acad. V, p. 404. Santolina ere&a , Fol. Linearibns op-
pofitis &c. BROWtJ. Jam, jiS . ,
( 3 ) Calea Flor. fubpwculatis &c. Santolina AmélfuS, Am.
Acad. V. p. 404. Amellus Ramofus Fol. ovatis dentatii.
Brown. Jam. 317.
(4,) Calea Caule fuffmticofo , Ramis fuboppofitis angula-
tis. Syß. Nat. XII.Tom. 3«p* “34* Chtyfocoma Scopatia.
Acad. V. p• 4°4*
doch geen Zaadkuifje en de Kelk is Schubbig IV; ^
half Kogelrond. Het bevat de vier volgende AFx?fL*
Europilche Soorten. H o o fd -
STUK.
( l ) Cypreskruid met eenbloemige Steeltjes en "sJ^oßn‘
viervoudig getande Bladen. dam*.
Cyparisfut
By de oude Autheuren komt deeze voor, on- athtïg.res
der den naam van Wyfjes - Averoone , terwyl
de Mannetjes, zogenaamd, thans in ’t Gdlagt
van Byvoet forteert, De Franfchen noemen dit
Kruid, om dat het wegens zynen Berken Geur
tot bewaaring der Kleederen voor de Mot kan
dienen , Garderobe. O f de benaaming Santolina
van Santalum ( Sandelhout) afkomftig
kan zyn , is my onbekend. Men vindt ’e r , die
den naam, als Heilig Kruid, van de Wormdoo-
dende eigenfchap willen afleiden ; doch dat is
ver gezogt. Chamce • Cyparisfus zou Cypreskruid
kunnen betekenen. By de Engelfchen vind
ik het Lavender -Cotton genaamd.
De Groeiplaats is in Spanje, de zuidelyke
deelen van Vrankryk , in Italië , als ook in
Switzerland. Het maakt een fchoon Heellertje,
dat
( ï) Santolina Pedunc. unifloris Scc. Syß. Nat, XII. Gen}
942. Teg. XIII. p. «SIS. Mat. Med. 333. H. CUf. 397. Ups.
252. lt. Lui Ah. 14(1, Gouant Monsp, 433. Hall. Helv. in-
eboat. I. p. 5 3. Abïotinum foemina Fol. teretibus. C. B.
Tin. 136. Abrqt. foemina vulgare. Clus. Hiß. 1. p. 341.
Abrot. foemina. Lob. /«♦ 768. Abiot. Hispamcutn. Bark,
S i. 463.
N n 3
E-l. Dm .. X. Stuk.