IV.
Afdeel,
xvm.
H oofdstu
plaats i s , volgens de waarneeming van den Heer
L e r c h e , by de Kaspifche Z ee, aan de Gren *
zen van Perfie, op Rusfifchen bodem,en inE-
gypte. Door geheel Europa worden zy in Tui-
' nen en op Akkers jaarlyks geteeld- Mennoemt-
z e , volgens den Latynfchen naam, Faba, in *c
Italiaanfch Fava , in ’t Franfch Feve, in t
Engelfch Beans of Garden-Beans , in ’t Hoog-
duitfch Bonen.
k.
Tienman-
mge.
’t Gewas is iedereen bekend. Naar de hoe*
danigheid van den Grond fchieten zy hooger
op, o f blyven laager ; gelyk die, welke men
Veld- of Paardeboonen noemt , daar door inzonderheid
en door de kleinte der Vrugten on-
derfcheiden. Dat de Vleugels der Bloemen in
*c midden een Fluweelachtige zwarte Vlak hebben
,is kenbaar* zo wel als deaangenaameReuk
der Bloemen , die echter, te flerk zynde, het
Hoofd bezwaart; waar van het Spreekwoord ,
in de Boonen te zyn , afkomftig is. Onder de
frifch en groen gepelde Boonen, die witgchtig
z y n , komen fomtyds roode voor; doch die Kleur
isnietbeftendig: want zodanigen , gezaaid, brengen
dikwils wederom witte voor.
Men fw yfe lt, o f wel deeze Boonen de Fa-
ba der Ouden,in ’ tGriekfch Kuamos genaamd ,
zyn ; alzo die rond waren: des fommigen meenen,
dat zy o f de Veldboonen , die men ge-
meenlyk Paarde- of Duiveboonen noemt , o f de
voorgaande Wilde Boontjes, daar mede bedoeld
hebbes. Hoe ’c z y , de Boonen, inzonderheid
gegedroogd,
leveren een zwaar Voedzel uit, dat IV.
in zwakke Menfchen Winden baart en benaauwd-
heden. Zeer jong en als nog ongeboren, zyn Hoofd-
zygemakkelyk verteerbaar en gezond. De VeId-STüK*
boonen ftrekken tot gewoone Spyze der Hok-
duiven en tot Voeder voor de Paarden. Het
Meel der Boonen , zo wel als het gedeftilleer-
de Water der Bloemen, heeft zyne nuttigheid
in de Geneeskunde. Wat het Zout belangt, dat
men uit den Afch der verbrande Stoppelen trekt,
dit komt nagenoeg met andere Loogzouten o-
vereen.
E r v u m. Linfen.
Door een vyfdeeligen Kelk, van langte als
de Bloem, onderfcheidt zig dit Gcflagt, waar
in de gewoone Linfen begreepen zyn. Het bevat
de zes volgende Soorten.
CO Linfen met byna tweebloemige Steeltjes en i.
famengedrukt verhevmronde Zaaden. Etvam
L/enSi
Dit Gewas brengt de Linfen voort, die in
t Franfch onder den naam van Lentilles bekend
zyn, in ’t Engelfch Lentils genaamd. Het
komt als een Onkruid op de Koornlanden voort
in de Zuidelyke deelen van Europa, doch wordt
ook
( i ) Ervum PeduncuHs fubbifloris &c. Cicet Ped. bifloris
&c. H. Ups. zz4. Mat. Mei. 36°. R. I.ugdL 389. H. CU ff.
37G. Lens vulgaris. C. B. Pin. 3+«. Lens, Dod. Pempt, S1 e.
Loil. Ie. 11, 74,
O 2