Sï<S S AMENTEEE.ÏOE KRUIDE».
IV. kruid en een Gevleugelde S te n g , heet- Dié
Steng onderfcheidt hetzelve allermeest, als bo-
H oofd- vendien rood zynde. C o m m ë l ï n z eg t, dat
stuk. dezelve anderhalve Span of hooger opfchiet;
Overtolligsv o l c k a m e r geeft ’er de hoogte van een of
ry. twee Ellen a a n (* ). G o o a h z e g t: ,, het heeft
53 de Steng een Voet lang , donker ro o d ; de
,, Bladen Eyrond ; de Bloemfteelen zeer lang
j, en ruigachtig; de Kelkfchubben gelyk en Li-*
, , niaal; de Bloemen Saffraankleurig; deZaaden
met twee Tandjes , waar van het eene lan-
, , ger is eh Haakig kröm.s> D e Bloemen Zyn
zeer kort gellraald, maar Volgens de AFbeeldin»
gen fchynt het getal der Straalblommetjes veel
grooter te zyn dan v y f ( f ).
ju to ) Dubbelkelk met overhoekfe gefleelde , Éy-
Vsrkfma rond - Lancetvormige, Zaagtandige Bladen.
Qhineefch. Q jjna groeït s volgens O s e e c k , deeze '
die Heefterig is , de Steng enkeld rond hebben*
d e , eenigermaate W o llig ,m e t enkelde Takken;
de Bladen langwerpig E y ro n d , eenigermaate
W o llig , ftompachtig , gefteeld , Zaagtandig:
de
(*) Ad bicubkalem asfurgit elegantior hsc Planta altitudi -
Slem- Nor. p. 106. Hoe ik zyn Cubitut moet neemen , voos
een half of geheele Elle, blykt my thans niet zeker.
( t) Zie onder anderen die by Weinmann , Plaat 379 ,
alwaar het getal der Straalblommetjes, in de zigtbaare helft,
wel agt is' getekend.
(2) Verbefma Pol. alternis Petioktis Qyato • Lanceolatis
Serrati», Bu»m, Fl, Ind, p, i t t%
S * ft e i? e s i
fde Bloemen endelings, eenzaam op Steeltjes : IV»
de Kelk half Kogelrond,Schubbig,Wollig; d e ^ x “ *^
Bloem g e e l, met veele Lancetvormige Straal- Hoofd-
blommetjes: de Schyfblommetjes menigvuldig, STUK*
met Kafjes ’er tusfchen : de Zaaden met een
ranqje en vier gladde BorHekjes of Haairtjes
gekroond.
C3) Dubbelkelk met overhoekfe Lancetvormigè in.
gejleelde Bladen; de Bloemen Tuilswyze.
Deeze Virginifche komt de Ptarmica naby,
d ö th is laager , met breede, gefpitfte, zagte
groene Bladen. Z y heeft de Steng naauwlyks
gevleugeld , de Bloemen w i t , het Zaad twee-
tandig , wordende White Stickweed van de En-
geifchen geheten.
(4 ) Dübbelkêlk met gepaarde Èyronde, driéribbige
gladde gefleelde Bladen , én drie* Ceyionfch,
hoornige Zaaden.
Voor deeze Ceylonfche Soort gebruikt L in -
n s® ü s redelyker den bynaam van Lavenia, gelyk
het volgens D r. S h e r a k d h e e t, dan dien
pef3)
Verbefma Fol. -alternis Lanceolatls petiolatis, Flor.
Cörymboïis. GRON. Virg. II. p. i z§,
?4) Verbefma Fol. oppofltis oblongo- ovatis Sec. F l.Z eylf
310. Eiipatoriophalacron Scrophularis Aquatióe foliis oppo-
fitls. BüRM.Zeyl. 94. T. 42. Ft. Ind. ig j. Pn- Tnmba. Hert,
X. p. 11% T#
F f f
EI. Ds e l . X, STUK,