A fdeel ’ met opgercgte eenzaame Bloemdraagende
xvm/ Takjes, drievoudigegefteelrte Bladen; Lancet-
Hoofd- vormige Haairige Blaadjes; Stoppeltjes zo groot
S1ÜK* als die; rondachtige Hoofdjes, die een Omwind- Tienman- T , , . .
n%e. zei nebben van twee dnedeehge Blikjes, naauw-
lyks langer dan de Bloemen, welke geel van
Kleur zyn.
Dat Kaapfche, hier aangehaald, welk de Heer
B e r g i ü s onder den naam van Ononis involu-
crata voorflelt en waar van de bynaum ontleend
fchyntte zyn , hadt Kroontjeswyze Hoofd-
je s , met een weezentlyk Omwindzel van zes
Blaadjes, Lancetvormig,Nagelachtig, ietskor-
ter dan de Bloemen. Het was geheel ruig-
Haairig en kwam voor ’t overige taamelyk daar
mede overeen ,. hebbende de tien Meeldraadjes
tot een van boven overlangs gaapende Cylinder
famengegroeid, doch aan ’t end vry enopwaards
geboogen: de Meelknopjes langwerpig en rond.
En/tfolia. T o t deeze kaneigentlyk dat Kaapfche Plantje
Degenbia- n,jet t’hujs gebragt worden, ’t welk ik in Fig»
ri.^xn. 3 j op Plaat L X I I , onder den naam van De-
** ■ genbladig mededeel; hoewel hetzelve volmaakt
met de bepaaïing van den Ridder ftrookr. Aan
,’ t zelve ontbreekt, naamelyk,de gezegdeHaaï-
righeid t’eenemaal. Het heeft, in tegendeel,de
Takjes en Bladen als ruuw en eenigermaate met
kleine Stippeltjes gepointilleerd. Ook zyn de
Blaadjes niet üompachtig en Liniaal , gelyk
B e rg i u s z e g t , maar zeer fpits Lancet- en
Degenvormig: de Stoppeltjes zeer klein. Het
moet niettemin , zo wegens de overeenkomst IV.
met de bepaaïing, als, wel inzonderheid, we- xvnu ’
gens de Zaadhuisjes, tot dit Geflagt behooren;HooFD-
gelyk uit de volgende befchryving, met de Af-5TUK*
bedding vergeleeken, blykt.
Het heeft de Takjes rond en geftrekt met
overhoekfe Bladen , die lang gefteeld zyn en
drievoudig als gezegd is o f driebladig, beftaan-
de uit drie afgezonderde Lancetvormige Blaadjes
, aan beide enden fpits ; met twee fpitfe
Stoppeltjes, ongelyk kleiner; debovenfte Blaadjes
dubbeld o f enkeld. Het Bloemhoofdje, aan
3t end , is tweevoudig , en beftaat uit eenige
Bloempjes, die een algemeen Omwindzel hebben
van twee o f drie fmalle Blaadjes, ver uic-
fteekende , en breede driepuntige Blikjes. By
Letter C is de Bloem, afzonderlyk, met ver-
grootjng voorgefteld, waar in zig by a het gebaarde
Steeltje, by bde Vl2g, bye de Vleugels
en by d de tweedeelige of dubbelde Kiel voordoen
;zynde daar tusfehen by e de Meeldraadjes
met den Styl vertoond. Negen van deeze Meeldraadjes,
aan ’ t end omgeboogen en geknopt,
maaken famen een Scheede uit; maar het bo-
venfte is geheel los en vry. De Kelk is in ’ t by-
zonder afgebeeld by D , en dus ziet men hoe
dezelve v y f ruige punten, de onderfte zeer veel
breeder en langer, heeft. In deeze Kelk, dan
redelyk gezwollen zynde, is vervat een Blaas-
achtig Zaadpeultje , met een Nierachtig glad
H $ bruin