AfrS ramidaale hoekige , verheven - rimpelige
xvii. * Kelken en vyfkwabbige ronde Bladen.
H oofd*
■ t u k . Op Steenige plaatfen en Gebergten groeit
7Ve«wj*-deeze, die van de Glanzigheid der Bladen haa«
***’ ren bynaam heeft, door geheel Europa. Zy heeft
kleine paarfche Bloempjes, wier Blaadjes, zo
wel als in de voorgaande onverdeeld zyn.
( 57) Oijevaarsbek met tweebl. Steeltjes en
Blaadjes overhoeks, by de Bloemen; wier
Blaadjes tweedeelig zyn: de KelkenJlomp:
de Steng byna regtopftaande.
EVH.
Geranium
motie.
Zagcbla-
dig.
Lvnr.
Caroiinia-
num.
Karclinifch.
EIX.
Columbifistra
. Duiyen»
Voet.
(58) Oijevaarsbek met tweebl. Steeltjes gebaarde
Kelken , tweedeelige Bladen , ruige
Zaaddopjes en uitgerande Bloemblaadjes.
( 59) Oijevaarsbek met tweebl. Steeltjes, -die
langer dan het Blad zyn, vyfdeelig'veel-
deelige Bladen, gladde Zaaddopjes en gebaarde
Kelken.
Dee*
(57) Gireniitm Ped. bifl. Foliisque Floxalibus alternis &c.
GOUAN Monsp. 342. Fl. Suee. 577. GORT. Belg. 199. Blrm.'
Ger. N. 21. Ger. 21. Ger. Fed. bifloris, Fol. fparlis Reni«
formibus &c. Ha l l . Helv. 366. Ger. Columbinum villo-
fum, Fetalis bifid.s purpureis. Va il l . Baris 79. t rt
f. 3.
( 58) Ger. Fed. bifl. Colycibus Ariftatis &c. Borm. Ger
N. 24. Gron. Virg. 100. K. Lugib. 3 ; i , Ger. Columbi.*
r.uni Carolinum 3te. Dil l . Ehh. f. 152.
(59) Ger. Fed. bifl. Folio longioribus &c. Gort. BtU,
199. GOUAN Monsp. 343. Kram. Auftr. 204. Fl. Sues. $76.
GER. Prov. 434. Hall, HM. 367. Va il l . Paris, 79, x.
75. f. 4-
Deeze drie Soorten behooren tot het Kruid, IV.’
dat men Duivepoot o f Duiven - Voet noemt, A
wegens de figuur der Bladen, die byna rond Hoofd»
van Omtrek maar iDgefneeden zyn. De eerfleïTuK*
en laatfte groeijen alom in Europa, en komenDecandria'
ook in onze Nederlanden wild voor: de middelde
groeit natuurlyk in Karolina en Virginie.
De eerfte,die eene opgeregte Steng heeft, munt
uit door de zagtheid haarer Bladen, de gezwol»
len Kelken en dat de Stoppeltjes tweedeelig z y n :
de tweede heeft de Kelken ruig gebaard en ryp
zynde rood ; met zwarte Zaaddopjes daar in:
de derde heeft zeer lange Bloemfteeltjes en de
Kelken grootelyks gebaard en groot. Allen zyn
het laage Kruidjes, met de Stengen veelal langs
den Grond verfpreid.
(60) Oijevaarsbek met tweebl. Steeltjes, ge- ex.
baarde Kelken , geheele Bloemblaadjes , G‘Im1kZs,
ruige Zaaddopjes en byna gevingerde V in • Grys*
deelige Bladen.
Dit Kaapfche heeft Draadachtige Stengen ,
aan de Knoopen met Borftelige Stoppeltjes bezet.
In fommige Monfters komen de Steeltjes
vierbloemig voor , gelyk men dezelven by den
Heer
(60) Geranium Pcd. bifloris , Cal. Ariftatis &c. Am. Acai.
VI. Afr. 2<5. Ger. Ped. bifl. Fol, multipartitis. R. Lugib. 391.
N. 11. Burm. Ger. n . 2<f. Tab. 1. Ger. Afr. tenuifolimu.
Pluk. Póyt. i%6. f. 4, Ger. Afr. Fol. Pulfatiüs infra Argcn-
teo , Fl. albo. Boerh , Lugdb. I. p. 204,
B» DïRU X. STUK,'