IV, zegd wordt goed te zyn, De nieuwe Plaat v
^FxxEL’ door den Heer Chenal by Bafel ontdekts
Hoofd« hadt gedoomde Kelken (*).
STUK.
xtit* ( I3 ) Hondsbloem met gefchaarde glad de, de
Steng omvattende Bladen en eenigemaato
biad£Ta‘ Wollige Kelken.
XIV*’ (14) Hondsbloem met de Wortelbladen ge*
*l°/etTU fchaard ; de Stengbladen P iekvorm ig; d&
van ouds K e lk en eenisermaate W ollig.
bekend. 0
xv.- ( I5) Hondsbloem met P y lv om ig e f y n getan,'*
S’ itlchra. de
Schoon.
C ) Crepis Calycibus, muricatis. Hall, Heto. mhoat. p*
14. De Heer HALLER heeft zulk een verandering in zyn
nieuwe Werk gemaakt, dat de Soorten van zyn eerfteWerk
over de Planten van Switzerlaud ’er dikwils met in te vinden
zyn. Zal men dit aan onnauwkeurigheid en onbeften-
digheid ,in hem of in de Kruiden , toefchryven ? Ten minfte is
het vreemd, dat hy de Syngenefia eetft aan ’t end , thans ia
’t vooifle van zyn Stelzel plaatft. Iets zodamgs zal men den
Ridder, ten opzigt van de Planten, niet verwyten.
(13) [Crepis Pol. runcinatis glahris amplexicaulibus &e.
üieracium minus glabrum Fol. eleganter virentibus. C. B.
Tin. 127. Prodr. 63- Lapfana -Capillaris. GOUAH Mor.sp,
418* ,
(14) Crepis Fol. Rad. runcinatis &c* Hieracium maju.s
ereftum anguftifolium Caule laeyi. C. B. Pin, I27* Hiera-
cium primuro. TABEBN. Hiß. 491 » 5°^*
( i s ) Crepis Fol. Sagitttatis Denticulatis &c. GOUAN Mor.sp,
414. ChondriUa Hieracü folio Shnua. TouBNF- dnß. 23g.
Hieracium pulchrum. J. B. Hiß. II. P* ß* LaPfan3
Chondtilioides Cal. Pyramidatis. H. Upf. Hier. Mont.
a'.t. leptomacrocaulon. Col. Ecphr, I. p< Z48« T, 24§.
■
n
de B la d e n , gepluimde Stengen en piera* IV.
miedaale gladde Kelken. jcx?1*
_ , H oofd-
In de Zmdelyke deelen van Europa komenSTÜK4
deeze drie Soorten voor , waar van de eerfte Polygamie
uitmunt door de fraaije groenheid der Bladen, ^ uai's'
doch misfchien maar eene Verfcheidenheid is
van de volgende, die het Hieracium zou zyn
van D i o s c o r i d e s en dus van ouds bekend
is geweest* T a b e r n e m o n t maakt
’er zyn eerfte Havikskruid van , dat hy zeer
wel af beeldt. Het is een Jaarlykfch Gewas, ge-
lyk de volgende Soort, welke Schoon genoemd
wordt wegens de Bloemen, die geel zyn, van
buiten paarschachtig , gelyk in de anderen. De
Kelk is hoekig, fmal en glad, aan den voet .bekleed
met kleine groene Schubbetjes.
(i6) Hondsbloem met omvattende gefchaarde xvr.
getande eenigermaat$ Haairige B la d en ; negksJ. 1
dat de Steng g epluim d, de Kelken iets o/-Veizuimdi
y a t Doornachtig heeft.
In Italië was de groeiplaats van [deeze, die
in de grootte, en kleinheid der Bloemen, met
de laatfte overeenkwam, doch verfchilde in het
Loof j des de Gelyknaamigen tusfchen deeze
en die verdeeld moeiten worden, zo de Ridder
oor-
( i e ) Crepis Fol. amplexicaulibus runcinatis fubpilofis, 8cc.
M«nt. 107,
Dd s
lt . Deel. X. stuk.