IV.
A fdeel»
XIX.
H oofdstu
k »
XXVIII.
Hypericum
Eludes.
Pluizig.
XXIX.
Pukhrum,
Schoon,
een byna tweefnydige S te n g , omvattende
Eyronde B la d en ; het Kroontje met de Bloemen
ongefieeld.
(28) St. Jans Kruid met driewyvige Bloemen,
een ronde kruipende Steng , 'p lu iz ig t®
wel als de B la d en , die rondachtig zyn.
Deeze drie, waar ,van de eerfte in de Zuide-
lyke deelen van Europa, de laatfte op Moeras-
fige plaatfen van Vrankryk en Engeland groeit,
hebben veel overeenkomst.
(29) St. Jans Kruid met driewyvige Bloemen,
Zaagswys geklierde Kelken , Hartvorrtii•
ge gladde doorboorde Bladen , en] ronde
Stengen.
In de Zuidelyke deelen van Europa, als ook
in Switzerland, doch zeldzaam, komt dit Kruidje
voor,dat T ragus fchoon of fraay St. Jans
Kruid genoemd heeft. Het heeft dè Bloemen
byna Oranjekleurig.
(30)
(28) Hypericum Flor. trig. Caule tereti repente &c. As-
cymtn fupinum Villofum paluftre. C. B. Pin. 280. Asc. fu*
pinum Blodes. Clus. Hiß. App. alt. Cäryophyllus palufttis,
Poliis fubrotundis incanis , Flor. Aureis. MF.nTz Pug. t .
7. f. 3. an ?
Hypericum Flor. trig. Calyc. Terra to -glandulofls &c,
Gouan Monsp. 403. Hyp. Calyce fertato , Fol. Cotd. con-
mtis. Hall. Gott. iiö . Hyp. minus ereSIum. C. B. P>n-
279. Hyp. ptilqhrum Tragi. J. B. Hiß. III. p. 383* O®®1
Dar.. 75>
Hl IHH I
SM
P O L H D E L P H I A . 3 4 *
(3°) St. Jans Kruid met driewyvige Bloemen, IV.'
Zaagswys geklierde K e lk e n , de Bladen
Hartvormig rond en glad* y Hoofd»
■ STUK.
Op dePyreneefcheBergen groeit deeze Soort, xxx.
welke de Bladen byna rond heeft, als die van Hypericum
\ Penningkruid , van onderen roodachtig , de /*««»».
Bloemen groot en bleek geel, met de BlaadjesMadig.” 2'
in den omtrek gekarteld. Zy is niet, gelyk de
voorgaande, opgerégt, maar leggende, hebbende
Stengetjes van omtrent een Handbreed
längte.
(31) St. Jans. Kruid met driewyvige Bloemen, xxxr.
Zaagswys geklierde Kelken en byna ge- Hebachtig.
kranfle Bladen, .
Dit naar Hey gelykend Kruid , is voor dé
echte Coris van D io s c o r id e s gehouden.
Het groeit op drooge Heuvelen der Zuidelyke
deelen van Europa en in dé Levant. De Steng
bereikt van één tot twee Ellen hoogte. Aan
den
(30) Hypericum Flor. trig. Cal. ferrato - Glandulofis &c»
H y p . N u m m u la r i s f o l i o . C . B . Pin. 2 7 9 . Prodr. 13 0 . P l u k .
Alm. 188. T. 93. f. 4. Androfsraum fu pinum S.ixuilc. Bocc.
Mus. I I . p. 13 4 . T . 9 1»
(31) Hypericum Flor. trig. Cal. fert3to* Glaud. Src . Grow.
Orient. 240. Hyp. f. Coris legitima Erica: fimilis. MoRis.
Hiß. I I . P- 4^8. S. V . T . 6. f . 4 . Hypericotdes C o r is q u o -
rundam. J . B. Hiß. I I I . p . 3 8 4 . Coris lutea. C. B . Pin,
280. Hyp. faxatile tenuisfimo &c glauco folio. Tqurnf.
Infl. 2 5 5 .
Y 3
H l