IV.
Afdeel.
XVII.
Hoofd*
stuk.
XXII.
* Jtóalv4
Sberardi•
na,
Sherardlc#
r a r d merkt aan, aldaar geen anderê ontdekt
te hebben dan de Ruikende Alcea , voor be*
fchreeven; zo dat hy twyfelt, o f zy wel daar
van verfcbille.
(22) Maluwe met hurkende Stengen, Schyf-
ronde geplooide Wollige gekartelde Bladen,
en eenzaame eenbloemige gekromde Bloem-
fieeltjes♦
in de Velden van Bithynie is déeze zeer
kleine Soort van Maluwe door den vermaarden
S h e r a r d gevonden, zo T i l l i üs bericht,
en daar van voert z y den bynaam. Z y heeft
Draadachtige leggende Stengen, van twee Voeten
lang, zegt de Ridder, zeer kort getakt, met
rondachtige Blaadjes en roode Bloempjes, maat
de Vrugt is , naar evenredigheid, vry groot.
L a v a ï e r a .
De gedagte Kruidkenner, ITo ü r n e f o r t *
hadt deezen Geflagtnaam naar de Zurichfe Ge-
neesheeren L a v a t er Ontworpen ik heb
te vooren reeds, toen ik de Heefterige Soorten
befchreef, hét verfchil met de Maluwe eh
Heemsc, in de driedeelige buiten-Kelk bee
n d e , aangetekend ( f ) , Thans blyven nog
daar
(i£) Malva Caul. proöratis, Fol. orSiculatiè plicatis Sec.
Sp. Plant. 1,674. Malva Cretica minor birfuta. Buxb. Cent. App.
46. Malva hmnifufa minima. Ta i. Pis. iog. T. jj.f. 2
(*) Mem. de L’Acad. des Sciences. 1706. p, 107.
(f) Zie II, D. V. stuk , blada. 3ge.
daar van de drie volgende Soorten te befchry- IV,
ven over. Afdeelt
xvii.
(7) Lavatera met een Kruidige Steng, ontbloo■ g m .0”
te Vrugten en ingefneeden Kelken♦ vir.
Lavatera
Niettegenftaande de Kruidige Steng, groeit
nogthans deeze Plant Heefterachtig , fomtyds Thuringfe.
twee Ellen hoog en blyft over. Z y valt in Thu-
ringen, daar zy den naam, van heeft, als ook
in Ooftenryk , Tartarie en zelfs in Sweeden ,
volgens L i n n jE üs. C a m e r a r i u s heefcdezelve
eerst in A f bedding gebragt en merkt aan,
dat zy de Bladen harder heefc dan in de gewoo-
ne Heemst en een groote Bloem van Alcea. De
Bloemblaadjes zyn diep eu rappig ingefneeden ,
st welk D i l l e n i ü s tot een Kenmerk der
Alceaas ftelt, niet de verdeeling der Bladen van
dit Kruid, die om laag bynarond, aan de Steng
vyfhoekig en om hoog driededig zyn. De ge-
hecle Plant is bekleed mee eene ruige Wolligheid.
Het Zaadhuisje komt met dat der Kaas-
j esbladen overeen.
(8) Lavatera met een opgeregte Steng, de on- vm.
, Cretica,,
aw* Kandia
<7) Lavatera Caule Herbaeeo , Fruftibui denadatis, Ca-1
lycibus incifis. H. Up,. 203. R. Lugdb. 3 5J. N. 6. Althsa
Thuringiaca. Cam. Bert. 11. T. 6, Alcea Thur. grand flora.
Dill. Eitft. 9. T, 8. f. g. Alth, Flore majore, C. B. Pin.
3WS.
\%) Lavatera Cau!e eiefto , Rami* inferioribus diffirlis
& £ , Ups. loi. Hcq. Hon. T. 41. Malva Cretica annna
altisfima &c. tournf. Cor. 2. Malva annua hirfuta. Moan.
iJiJlé II. p. 5tt. S. j. T. 17. f. j. Jg