IV.
Afdeel;
XVIII.
H oofd*
s to k *
IV.
Antbyllis
Cornicina.
Ktaay*
poocig.
V.
. LotoidesKrom*
haauwig.
(4) Wondkruid met ongelyke Vinblaadjes m
eenzaame Hoofdjes.
In Spanje vondt L o e f l i n g d eeze , wiet
Stengetjes aan den Wortel kruislings uitfchie-
ten; een geheel wkhaaïrig Kruidje , van een
Span hoog 3 met Hoofdjes van zeven tot negen
witte Bloempjes , in een drievoudig o f gevind
Blaadje vervat.
Cs) Wondkruid met driedeelige Bladen en drie*
- kantige gehandelde Kelken, zo lang als de
Beultjes,
Veel verfchilt dit Kruid , dat die zelfde Kruidkenner
in Spanje waarnam, van den Coronopus
uit eenKeizerlykExemplaar door D o b o n h e u s
afgebeeld, waar van het Origineel in Syrië en
Paleftina groeijen zou. Het is een Haairig leggend
Plantje, met Hoofdjes van v y f o f zes
Bloemen, wier Kelken zeer lang zyn en dus
de Rolronde Peultjes, hier ook veel langer dan
in de andere Soorten , geheel bekleeden. Met
elkander maaken zy als een Kraaijen - Poot
u i t , gelyk B a u h i n u s van zyn aangehaalde
vyfbladige Lotus heeft gemeld. Öm dat de
Stoppeltjes van grootte en figuur als de Blaadjes
zyn, kan deeze daar toe behooren.
( 6)
( 4) Antbyiiis Hetb. Fol. pinnatis, inarq. Capit. fölitariis.
Ï.OEFL*
(s) Antbyiiis Herb. Fol. tripartitis, Cal. ptismaticis fasci-
(6) Wondkruid met ongelyke Vinblaadjes , IV.
zydelingfe Bloemjleeltjes langer dan het
Blad en ongebladerde Hoofdjes• H oofdstuk.
Door deeze bepaaling onderfcheidt zig dat iv.
Kruidje, ’ t welk Doktor G e r a h d a fb e e ld t^ ^ .*
en in Provence aan den Zeekant by St. Tropez, Getatds*
onder de Pynboomen zegt te groeijen, van de
overigen Soorten genoegzaam. Het heeft veele
Kruidige, ronde gladde kruipende Stengetjes,
van een Voet langte en daar boven. De Bladen
beftaan uit zeven of negen Wigvormige Vinnetjes,
het uiterfte grootst; de Hoofdjes uit twintig
o f meer Bloemen, op welken een kort Ey-
rond Peukje volgt.
Ql) Wondkruid met drievoudige gèjb'eeldè gé- Vir;
Iloppelde Degenvormige Blaadjes en Hóófd- ta.
jes- Bloemen. 2 5 ^
Onder deezen bynaam befchryft de Ridder
een Kaapfch Plantje , als hebbende een Kruidige
, leggende , ruige Steng, van een Voet
lang,
culatis &c. Lotus pentaphyilos Sec. C. B. Pin, 332. Coio-
nopus ex Cod. Cxfareo. Dos. Pempt. 109, male.
(6) Antbyiiis Herb. Fol. pinnatis inscq. Pedunc. lat. Fol.
longioribus, Capitulis aphyllis. Mant, Joo. @eb. Prov.490»
T. 18.
(7) Antbyiiis fub - Heibacea Fol. ternatis petiolatis, fti-
pulatis Enfifotmibus , Flor. Capitatis. Mant, 255. Ononis
tnvolucrau. Berg. Cap. 213.