IV, den en everhaekfe eenbloemge geknikte
Bloemjleeltjes.
Hoofd*
stok. Onder de Caylonfche Planten is deeze by den
Veéiwf- o aam van Kttmia voorgefteld door den Hoog-
leeraar J. B u r m a n n u s , die bet Kruid echter
virens noemt in plaats van urens (brandende) zo
als men het by S e b a , doeh niet in *t Tweede,
gelyk de aanbaaling van den jongen Heer, en
in navolging van dien ook by den Ridder luidt,
maar in het Eerfte Deel zyner Kabinetten, te
regt getyteld vindt, en omftandig befcbreeven»
Aanmerkelyk fchynen daar van de andere A fbeeldingen
te verfchillen. Het Kruid zegt S e -
3ï a hadt Wyngaardbladen en over ’t geheel een
ruige brandende Haairigheid. Volgens L inn.<£us
Is de Bloem p la t ; de Vrugt beftaat uit v y f
Zaadhokjes en het heeft tien Meeldraadjes, waar
van de v y f buitenften dikwils onderfcheiden zyn.
De Bloem is Zwavelgeel met eenen donker-
paarfehen Navel»
xxm. (23) Hibiscus met de onderjte Bladen Hart-
jS J Ï Ï L vormig gefpitst, Zaagtandig ; de bovenvirgim
fien Piekswyze.
fche,
In Zoutige Moerasfenvan Virginie groeit deeze
Soort, welke een opgeregte groene gladde
Steng
( i i ) Hit heus Fol. inferioribus Cordatit acaminati» 8cc.
4Sron. Virg. lo ï. Alcea f. Iiamia Ameucana psivo Flote.
Flok. Pbyt. 6. f. 4,
Steng beeft en roode Bloemen, meest op een‘ AF^ *
zaaroe Oxelfteeltjes; de Vrugten uit vy f en- Tvuu
kelde Zaadhuisjes beftaande die de figuur heb* Hoofd*
ben van een Kromhals der Chymisten , zo5^ ^
C L a ï t o n heeft opgemerkt. dria.
Wegens de Zaadhuisjes behoefde derhalve
van dit Geflagt dat Heefterig Waterkruid niet
uïtgemonfterd te worden, ’t welk de vervolger
van T s ew , door E i iret afgebeeld zynde,
voorftelt onder den naam van Malache (*). Op
Jamaika vondt S l oa ne het overvloedig aan
de Oevers van fommige RiviereD. Hoewel
de Zaadhokjes van hetzelve, volgens de Afbeelding
, weinig naar een Retort gelyken, en het
geele Bloemen heeft, fchynt het nogthans vry
naby te komen aan deeze Soort.
Die zelfde „Konftenaaf E h r e t heeft een
Virginifch Gewas afgetekend , welk ook veel
gelykt naar dit flag van Planten. Het was door
hem Abutilon genoemd en de Ridder hadt daar
van, onder den naam Napcea, een Geflagt gemaakt
in deeze Klasfe ( f ) ; doch het is met
reden thans , dewyl 'er Mannetje en W y fje van
z y n, door zyn Ed. tot de Tweehuizigen betrokken.
C24)
(*) Malache fcabra. Trew Ebrct.T. 50. Abutilon F tut. Aq,
Folio Cordato, Fiore pallide luteo. HongT. Alcea Fruticofa Aq.
Fol. Cotdato fcabro, Fl. pallide luteo. Sto ane. Amer. 97. Hifi.
I, p. ï i t . T. 119* £ *•
( t ; Syit. Nat. XII. Ton». II. p, 4JS>. Spec. Plant* p,
E 4
II. Dm* X, Stuk.