IV. O r o b u s. Erven.
A xviii. i n dit Geflagt is de Styl Liniaal,,rondach-
stuk*0 tig , van boven ruig t de Kelk vyfdeelig, van
Tisima«»onderen ftomp, fcheef, met de bovenfte. Slip-
0 pen dieper verdeeld en korter dan de anderen.
Tien Soorten komen in hetzelve voor, als
x ( i ) Erven met gepaarde byna ongefteeldeBla«
Orohas nen en getande Stoppeltjes♦
Lathyroi- 0
Giadbiadi* De Bladen zyn twee aan twee by elkander
gc' gevoegd aan de Stengen , in dit Gewas, dat
A m m a n onder den naam van Lathyroides heeft
afgebeeld. Het mag om de Haauwen dus .genoemd
zyn o f om de Bloemen ; want in deGe-
ftalte of het L oof is weinig overeenkomst met
de Lathyrus. Ondertusfchen wordt aangemerkt,
dat het de Bloemen en Haauwen als der Vit-
fen heeft. De Bladen zyn gefpitst Eyrond; de
Stengetjes een o f twee Voeten lang. Het groeit
op opene Berg-Velden door geheel Siberie.
xxt (2) Erven met gepaarde gejleelde Bladen en
effenrandige Stoppeltjes♦
Be-
(1) Orohas Fol. conjugatK' fubfesfilibus Sec. Syft. Nat,
XII. Gen. 871. P 4 «J. XIII. p. SS o. H. Ups. n o .
Xathyioides erefta, Folio ovato acurainato. Amm. Rutb. iS
T. 7. f. i .
"(*) Orohas Fol. eonjugatis petiolatis tcc. Or. Caule fimpl.
Pol. binis ovatis. H, Cliff. 366. R. Lugdh. 366. N. 4. Or*
latif. repens. Boerh. Lugdh. II. p. 46. ° r* Sylvaticus. BUXB°
Cmt. UI. p. T. 4i.
D I A D E L F H I a ; 17$
Bekender is deeze, uit Thracie afkomttig, IV,
die zo wel blaauwe Bloemen als de voorgaande, Af®ee&*
snaar de Bladen en Haauwen ruig heeft. B u x - f iS n * .
SAUM merkt aan, dat de Bladen by de Steng5TüK»
geoord zyn.
C 3 ) Erven met gevinde langwerpig Eyronde lil.
Bladen en halfmaanwys’ ronde , getande lu°a'soias
Stoppeltjes. Geeie.
Behalve in Siberie komt deeze ook in Italië
eo in Provence voor. De laatfte evenwel ver-
fchik aanmerkelyk van de andere , die eene
Steng van twee Ellen hoogte heeft, zeer Tak-
Kig en eenen knobbeligen Wortel , met Vin-
blaadjes van vier o f v y f Paaren, de Bloemen
eerst bleek, dan geel en eindelyk byna Oranje-
kleur. Die op de Bergvelden van Provence
groeit, is maar ruim een Voet hoog en heeft
een enkelde Steng; de Bloemfteeltjes zeer lang,
de Bloemen Meelt. De Stoppeltjes van deeze
2yn half Pylvprmigen effeorandig. Het is ,v o l.
gens H a l l e r , een zeer fchoon Bloemgewas.
(3) Orohas Foi pinnatis ovato - oblongis &c. Orob. Al
Jat.folms. c . B. Pin. 3jr. Prodr. i 4P. BURS. XIX. \ tU (
robus fol. ovato. Lanceolatis &c. Gmel. Sik IV. p. j
• +• ent. 44J. ^ Orobus Fol, quinatis &c. Ger. Pro
2 Pall,d0 fi0re‘ B‘ * * Galega M na Dalecharapii.j. B. Hiji. li. p, 343.
(4) Orohas Fol. pinnatis Ovatis &c, Orobus Caule lïi
IV.
Vernus.
Voot*
jaaife.